Pearl Index: veiligheid van anticonceptiemethoden

Anticonceptie-opties en hun veiligheid

De Parelindex (PI; genoemd naar de Amerikaanse bioloog Raymond Pearl (1879-1940)) beschrijft de betrouwbaarheid van een anticonceptiemaatregel (maatregel van anticonceptiemiddel) door middel van het aantal gevallen van ernst (zwangerschappen) dat optrad per 1,200 gebruikscycli of per 100 jaar gebruik. EEN Pearl-index van 0.1 betekent dat één op de 1,000 vrouwen die één jaar hetzelfde anticonceptiemiddel (anticonceptiemiddel) gebruiken, zwanger zal worden. als 100 vrouwen gedurende één jaar hetzelfde anticonceptiemiddel gebruiken en een zwangerschap optreedt tijdens deze periode, de Pearl-index is 1. Parelindex

Methode Typisch gebruik Perfect gebruik
Geen methode 85 85
Vrouwencondoom 10-15 2-5
Condoom voor mannen 10-15 2-5
Diafragma (mechanisch anticonceptiemiddel voor vrouwen) 3-16 1-6
Orale anticonceptiva (OCP; anticonceptiepillen) 0,5-10 0,1-0,5
IUS (intra-uterien systeem) 0,2 0,1
Intra-uterien apparaat met koper (koperen spiraaltje). 0,2-2 0,2-2
Tubal ligatie (tubaligatie; vrouwelijk sterilisatie). 0,2-3 0,2-3
Vasectomie (ligatuur van de zaadleider; sterilisatie van de man) 0,15 0,1
Coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap) 12-38 1-4
Natuurlijke gezinsplanning (NSP) (temperatuurmethode hier). 6-47 3-5
Hormonaal implantaat (hormonaal implantaat; anticonceptie-sticks) 0,05-0,3 0,05
Hormoon ring 0,7 0,4-0,6

In de volgende, betrouwbaarheid wordt telkens gegeven als PI = x zwangerschappen, afgekort als Schw. De aangepaste Pearl-index [juiste toepassing] staat tussen vierkante haken. Betrouwbaarheidsniveau

Betrouwbaar - PI <= 0.5 Relatief betrouwbaar - PI = 2-3 Gemiddelde betrouwbaarheid - PI = 5-10 Onbetrouwbaar - PI> 15

Anticonceptie zonder het gebruik van medicijnen

  • Coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap) - PI = 4-27 schw.
  • Coïtus reservatus (bewust vermijden van ejaculatie).
  • Periodieke onthouding (Knaus-Ogino) - PI = 10-40 schw.

Anticonceptie door middel van intravaginale zaaddodende (zaaddodende) vaginale preparaten (vaginale preparaten)

  • PI = ongeveer. 29 schw.

Anticonceptie door basale lichaamstemperatuurmeting

  • Exclusieve geslachtsgemeenschap “postovulationem” [na ovulatie] (PI = 0.5-1 schw.); dat wil zeggen, tijd vanaf de 2e dag na temperatuurstijging.
  • Coïtus ook daarvoor ovulatie (PI = ongeveer 5 graviditeiten); dat wil zeggen, bij een temperatuurmeting van 12 maanden, vastgesteld op de vroegste ovulatiedatum (ovulatiedatum) - ovulatiedatum minus 6 dagen.

Anticonceptie met mechanische middelen

  • Barrièremethoden - PI = ca. 10 schw.
  • Cervicale kap (plastic of rubberen dop geplaatst over de hals (de portio)) volgens Wilde - PI = ca. 10 schw.
  • Vaginaal diafragma (vaginaal pessarium; flexibele rubberen dop) volgens Mesinga - PI = ca. 10 schw.
  • Intravaginale spons (nulliparae) - PI = ongeveer 16 schw.
  • Intravaginale spons (Parae) - PI = ca. 32 schw.
  • Diphragma - PI = ca. 16 schw.
  • Female condoom (zonder zaaddodend middel) - PI = ca. 21 schw.
  • Condoom voor de man (zonder zaaddodend middel) - PI = ongeveer 15 schw.
  • Intra-uteriene apparaten met koper (Spiraaltje) - PI = 0.5-1 schw. [0.6]
  • Vaginale ring - PI = ca. 8 schw. [0.3]

Voorzichtigheid. Intra-uterien apparaat bij adolescenten. Alleen in het geval van pil-intolerantie of aanwezigheid van contra-indicaties. Er bestaat een risico op oplopende (oplopende) infectie, wat kan leiden tot salpingitis (ontsteking van de eileiders​ Kan de oorzaak zijn van buitenbaarmoederlijke zwangerschappen (zwangerschappen buiten de baarmoeder​ Daarom mogen adolescenten alleen in uitzonderlijke gevallen een spiraaltje krijgen.

Anticonceptie door mechanische methoden die hormonen bevatten

Hormonale anticonceptie [0.3]

  • Eenfasige methode - PI = 0.1 schw.
  • Drietrapsmethode - PI = 0.1 Schw.
  • Tweefasige methode - normofasische sequentievoorbereidingen - PI = 0.1-0.2 Schw.
  • Depot progestogenen - depot MPA - PI = 0.3-1 Schw. [0.3]
  • Minipil - PI = 0.8-1.5 schw. [0.3]
  • Minipil met desogestrel - PI = 0.41 schw. [0.14]
  • Progestageen-bevattende "pil" van de nieuwe generatie - een oestrogeenvrije pil die veilig onderdrukt ovulatie - PI = 0.14 schw. - geschikt voor alle patiënten die niet mogen nemen oestrogenen zoals vrouwen ouder dan 35 jaar en rokers, borstvoeding, enz ..
  • Anticonceptiepleister - PI = 8 [0.3]
  • Implanteer met etonogestrel (etonogestrelimplantaat; Implanon) - PI = minder dan 0.1 schw [0.05].
  • Postcoïtaal oestrogeen therapie - PI = 0.5 gew.

Anticonceptie door chirurgische sterilisatie

  • Tubal afbinding door laparoscopie (ligatie van de eileiders door laparoscopie) - PI = 0.3 schw.
  • Tuberligatie door laparotomie (afbinding van de eileiders door incisie in de buik) - bijv. ter gelegenheid van een keizersnede (keizersnede) - PI = 0.5 schw. [0.5]
  • Mannelijk frezen sterilisatie: 0.15 schw. [0.1]