Osteoporose van de wervelkolom

osteoporose (synoniemen: osteoporose van de lumbale wervelkolom; osteoporose van de lumbale wervelkolom; osteoporose van de wervelkolom; WS osteoporose; ICD-10-GM M81.98: osteoporose, niet gespecificeerd: anders [nek, hoofd, ribben, kofferbak, schedel, ruggengraat]) wordt in de volksmond botverlies genoemd. Het is een systemische skeletziekte. Het wordt gekenmerkt door een afname van bot massa en verslechtering van de microarchitectuur van botweefsel, met als gevolg een vermindering sterkte en een verhoogd risico op breuk.

Jaarlijks komen er minstens 400,000 fracturen voor osteoporose in Duitsland. De meeste hiervan zijn fracturen van de wervelkolom of heup.

Voor vormen van osteoporose, zie "Classificatie" hieronder.

Geslachtsverhouding: mannen tot vrouwen is 1: 2.

Frequentiepiek: De ziekte komt voornamelijk voor bij ouderen (> 70 jaar) en vrouwen daarna menopauze (menopauze).

De prevalentie (ziekte-incidentie) is 12% in de leeftijdsgroep van 50 tot 79 jaar. In Duitsland worden ongeveer 9 miljoen mensen getroffen.

Verloop en prognose: In de wervelkolom leidt osteoporose tot statische veranderingen als gevolg van vervorming, die vaak gepaard gaan met chronische pijn​ De meest voorkomende vorm van complicatie van osteoporose is Vertebrale lichaam breuk (wervelfractuur), waardoor de aangetaste wervels hoogte verliezen en de lengte van de patiënt afneemt. Na de eerste breukis het risico op verdere wervelfracturen meer dan vervijfvoudigd. De fysieke prestatie wordt verminderd en de kwaliteit van leven van de getroffen persoon neemt af. Een belangrijk doel van therapie is vrijheid van pijn.