Operatie van vingerartrose

Als conservatieve therapievormen niet tot het gewenste succes hebben geleid, kan de behandelende arts de chirurgische vorm van therapie overwegen. In de regel wordt een operatieve maatregel pas overwogen als de klachten al zeer lang aanhouden en de gewrichten vertonen al ernstige vervormingen. Deze vervormingen kunnen leiden tot gewrichten volledig afwijkend van de vinger as.

Tijdens de operatie voor vinger artrose, worden meestal niet alleen de opgeheven knobbeltjes verwijderd. In de meeste gevallen het gezwollen gewricht slijmvlies wordt ook verwijderd. Een andere mogelijkheid is om het pijn zenuwen die de laatste verbinding leveren.

Hierbij moet worden opgemerkt dat het sensorische zenuwen worden niet beïnvloed door een snijwond en daarom komen sensorische stoornissen in het gebied van de vingers of vingertoppen slechts zelden voor. Patiënten die, naast ernstig pijn, hebben al ernstige vervormingen van de gewrichten zijn meestal verstijfd tijdens de vinger artrose operatie. De beweeglijkheid blijft in de regel in de andere gewrichten, zodat de aangedane vinger niet volledig stijf wordt, dwz op sommige plaatsen nog volledig beweeglijk is.

Het aangetaste gewricht wordt verstijfd door het inbrengen van twee of drie kleine draden (zogenaamde Kirschner-draden) of door het inbrengen van speciale schroeven. Ook op het gebied van de chirurgische therapievorm moeten de voor- en nadelen tegen elkaar worden afgewogen. Het voordeel van deze chirurgische methode is bijvoorbeeld dat de beweeglijkheid van het uiteindelijke gewricht kan worden gehandhaafd.

Er moet echter op worden gewezen dat patiënten op de lange termijn opnieuw door de ziekte kunnen worden getroffen en dat soortgelijke problemen zich opnieuw kunnen voordoen. Het is ook mogelijk dat pijn kan nog lang na de operatie optreden. Een operatieve ingreep is dus geen garantie voor de eliminatie van de ziekte in het aangetaste gewricht.

Wat gebeurt er met de ingestoken draden? De draden die tijdens de operatie zijn ingebracht, kunnen pas worden verwijderd als het radiologisch onderzoek heeft uitgewezen dat de artrodese (gewrichtsverstijving) volledig is voltooid. De draden worden meestal na 6 tot 18 maanden bij een kleine ingreep verwijderd.

Wanneer dit in elk afzonderlijk geval wordt gedaan, moet afzonderlijk worden beslist. Een alternatief voor het chirurgisch verwijderen van de draden is de mogelijkheid om de draden na de operatie van de huid te verwijderen. Ze kunnen dan zonder verdere operatie worden verwijderd, meestal na ongeveer 6 weken. De kans dat de gewenste verstijving van het gewricht niet optreedt, en dat de chirurgische ingreep daardoor mislukt, is vrij groot.