Oorzaken van een astma-aanval | Wat is een astma-aanval?

Oorzaken van een astma-aanval

Talrijke triggers kunnen de oorzaak zijn van een acute astma-aanval. Er wordt grofweg onderscheid gemaakt tussen twee astma-subtypen: allergische astma en niet-allergische astma. Veel patiënten lijden echter aan een combinatie van beide vormen van astma.

Typische triggers van allergische astma zijn stoffen die niet echt gevaarlijk zijn, maar door het lichaam als gevaarlijk worden geclassificeerd. De immuunsysteem reageert met een overdreven reactie. Bij sommige mensen manifesteert deze uitbundige reactie zich als een allergische reactie.

Bij mensen met bekend bronchiale astmakunnen deze stoffen een astma-aanval uitlokken. Het is niet ongebruikelijk dat astma zich ontwikkelt vanuit een reeds bestaande allergie. Stoffen waarop het lichaam allergisch reageert, worden allergenen genoemd.

Typische allergenen die een astma-aanval kunnen veroorzaken, zijn pollen, dierlijk haar, de uitwerpselen van huisstofmijten, schimmelsporen of bepaald voedsel. Diverse allergenen, die vooral in bepaalde beroepsgroepen een probleem kunnen worden, kunnen ook een astma-aanval uitlokken. Denk hierbij aan bloemstof, houtstof of verf en lak.

Naast allergische astma is er ook niet-allergische astma. Typische triggers van een niet-allergische astma-aanval zijn bepaalde medicijnen, vooral bepaalde pijnstillers, fysieke inspanning, koud, luchtwegen infecties, tabaksrook of andere irriterende stoffen. U kunt aanvullende informatie vinden op: Oorzaken van astma Stress op zich is niet de enige trigger van een astma-aanval.

Er zijn echter steeds meer aanwijzingen dat verhoogde stressniveaus bij bekende astmapatiënten de kans op een astma-aanval kunnen vergroten. Bepaalde medicijnen kunnen een astma-aanval veroorzaken. Zeker pijnstillers in het bijzonder spelen hierbij een rol.

In het bijzonder geneesmiddelen die de werkzame stof acetylsalicylzuur (ASA) bevatten of werkzame stoffen uit de groep van niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), zoals ibuprofen, diclofenac of indometacine kan een astma-aanval veroorzaken. Dit is geen allergische reactie maar een overgevoeligheidsreactie van het lichaam. Geneesmiddelgeïnduceerde astma behoort daarom tot de subgroep van niet-allergische astma.

Bètablokkers kunnen ook astma-aanvallen veroorzaken. Dit is echter geen overgevoeligheidsreactie maar een bijwerking. De reden hiervoor is dat bepaalde bètablokkers kunnen leiden tot vernauwing van receptoren in de luchtwegen. Het gebruik van bètablokkers bij patiënten met bekende bronchiale astma daarom alleen met verhoogde voorzichtigheid gebruiken en alleen als het absoluut noodzakelijk is.

Dit zijn de symptomen die me vertellen of ik een astma-aanval heb

Een astma-aanval treedt meestal relatief plotseling op. Mensen die er last van hebben bronchiale astma lange tijd vaak relatief precies weten wat de trigger was. De astma-aanval begint meestal met een plotselinge aanval hoestenpiepende ademhaling en kortademigheid.

Deze kortademigheid verandert meestal binnen enkele minuten in toenemende kortademigheid. De kortademigheid heeft vooral invloed op de uitademing, wat moeilijker is dan inademing​ Een gevoel van beklemming of druk in de borst kan ook voorkomen.

Vaak helpt een rechtop zittende houding met de armen op de knieën om te verbeteren ademhaling iets. Ook vermindert een puntje van de lippen tijdens het uitademen het gevoel van kortademigheid een beetje (lip rem). Dus als er een aanval optreedt met plotselinge kortademigheid, hoesten en voornamelijk belemmerde uitademing, is dit een aanwijzing voor een astma-aanval. Zelden echter een anafylactische shock, dwz de maximale vorm van een allergische reactie, kan gepaard gaan met plotselinge, snel toenemende kortademigheid. Hier echter inademing wordt meer beïnvloed dan uitademing.