Myocardinfarct (hartaanval): diagnostische tests

Vanaf het eerste medische contact van een patiënt tot de ECG-diagnose mogen er maximaal tien minuten verstrijken! Verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen Elektrocardiogram (ECG; registratie van de elektrische activiteit van de hartspier)* – tijdens en na het optreden van een infarct is dit in veel gevallen zichtbaar op het ECG, voornamelijk door … Myocardinfarct (hartaanval): diagnostische tests

Myocardinfarct (hartaanval): preventie

Om een ​​hartinfarct (hartinfarct) te voorkomen, moet aandacht worden besteed aan het verminderen van individuele risicofactoren. Gedragsrisicofactoren Voeding Overmatige calorie-inname en vetrijke voeding (hoge inname van verzadigde vetzuren, transvetzuren – vooral aangetroffen in kant-en-klaarmaaltijden, diepvriesproducten, fastfood, snacks). Verhoogd homocysteïne door tekort aan vitamine B6, B12 en … Myocardinfarct (hartaanval): preventie

Maagzuur (pyrosis): medicamenteuze therapie

Therapeutisch doel Verbetering van de symptomatologie Vermijden van complicaties van pyrosis (brandend maagzuur) als teken van refluxoesofagitis (oesofagitis als gevolg van reflux (terugstroom) van maagzuur in de slokdarm). Therapieaanbevelingen Symptomatische therapie (wanneer gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) wordt aangenomen en er geen alarmsymptomen aanwezig zijn: zoals. Dysfagie (moeite met slikken), odynofagie (pijn bij het slikken), … Maagzuur (pyrosis): medicamenteuze therapie

Maagzuur (pyrosis): therapie met micronutriënten

In het kader van de geneeskunde met micronutriënten (vitale stoffen) worden de volgende vitale stoffen (micronutriënten) gebruikt voor ondersteunende therapie van brandend maagzuur: Calcium Kalium Magnesium De bovenstaande aanbevelingen voor vitale stoffen (micronutriënten) zijn tot stand gekomen met hulp van medische experts. Alle beweringen worden ondersteund door wetenschappelijke studies met een hoge mate van bewijs. Voor een therapieadvies, alleen klinische … Maagzuur (pyrosis): therapie met micronutriënten

Maagzuur (pyrosis): preventie

Om pyrosis (brandend maagzuur) te voorkomen, moet aandacht worden besteed aan het verminderen van individuele risicofactoren. Gedragsrisicofactoren Dieet Ondervoeding: Grote, vetrijke maaltijden Dranken die rijk zijn aan suiker, zoals cacao of te veel snoep (vooral chocolade). Hete kruiden Vruchtensappen (bijv. citrussappen/sinaasappelsap) met veel fruitzuren. Pepermuntthee en pepermuntpastilles … Maagzuur (pyrosis): preventie

Leververvetting (Steatosis Hepatis)

Bij steatose is hepatis – in de volksmond vette lever genoemd – (synoniemen: vette lever; hepar adiposum; steatosis; steatosis hepatis; ICD-10 K76.0: vette lever [vervetting], niet elders geclassificeerd, inclusief niet-alcoholische leververvetting)) tot matige toename van de leveromvang door afzetting van triglyceriden (neutrale vetten) in de hepatocyten (levercellen). Vette lever… Leververvetting (Steatosis Hepatis)

Leververvetting (Steatosis Hepatis): of iets anders? Differentiële diagnose

Congenitale misvormingen, misvormingen en chromosomale afwijkingen (Q00-Q99). Abetalipoproteïnemie (synoniem: homozygote familiale hypobetalipoproteïnemie, ABL/HoFHBL) – genetische aandoening met autosomaal recessieve overerving; ernstige vorm van familiale hypobetalipoproteïnemie gekenmerkt door een tekort aan apolipoproteïne B48 en B100; defect in de vorming van chylomicronen wat leidt tot stoornissen in de vetvertering bij kinderen, resulterend in malabsorptie (stoornis van de voedselabsorptie). Endocrien, voeding … Leververvetting (Steatosis Hepatis): of iets anders? Differentiële diagnose

Leververvetting (Steatosis Hepatis): test en diagnose

Laboratoriumparameters van de 1e orde - verplichte laboratoriumtests. Klein bloedbeeld (alcoholgebruik: MCV ↑). Nuchtere glucose (nuchtere bloedglucose, nuchtere plasmaglucose; preprandiale plasmaglucose; veneuze). HbA1c (lange termijn bloedglucosewaarde) Ferritine (ijzervoorraad) [ferritine ↑, in 29-50% van de gevallen]. Triglyceriden Totaal cholesterol en LDL/HDL-verhouding Leverparameters – alanine-aminotransferase (ALT, GPT), … Leververvetting (Steatosis Hepatis): test en diagnose

AIDS (HIV): therapie met micronutriënten

Een risicogroep geeft de mogelijkheid aan dat de ziekte gepaard kan gaan met het risico op een tekort aan vitale stoffen (micronutriënten). De klacht HIV-ziekte duidt op een tekort aan vitale stoffen (micronutriënten) voor: Vitamine B1 Vitamine B12 Vitamine E Selenium Zink In het kader van de micronutriëntengeneeskunde (vitale stoffen) worden de volgende vitale stoffen (micronutriënten) gebruikt voor … AIDS (HIV): therapie met micronutriënten

AIDS (HIV): oorzaken

Pathogenese (ziekteontwikkeling) Infectie met HIV kan plaatsvinden door onbeschermde coïtus (geslachtsgemeenschap), besmette bloedproducten of van moeder op kind (horizontale overdracht). In het lichaam bindt het virus zich aan de CD4-receptorplaats van T-helpercellen en andere. Het virus dringt vervolgens de geïnfecteerde cel binnen en zet het RNA vervolgens om in dubbelstrengs … AIDS (HIV): oorzaken

Polymenorroe: chirurgische therapie

1e orde Abrasio - schrapen van het baarmoederslijmvlies zodat het histologisch kan worden onderzocht. Chirurgische verwijdering van vleesbomen (goedaardige tumoren) of poliepen (slijmvliesuitstulpingen van het endometrium). Gold net-methode (endometriumablatie) - zachte en weinig gecompliceerde verwijdering van het endometrium voor de behandeling van overmatige menstruatiebloeding(en) bij voltooide familie ... Polymenorroe: chirurgische therapie