MRNA-vaccins

Producten

mRNA vaccins zijn in de handel verkrijgbaar als injectables. De eerste in deze groep die in veel landen werd goedgekeurd, was BNT162b2 van BioNTech en Pfizer op 19 december 2020. Moderna's mRNA-1273 is ook een mRNA-vaccin. Het werd op 6 januari 2021 in de EU uitgebracht. Beide zijn covid-19-vaccins.

Structuur en eigenschappen

mRNA (afkorting van messenger RNA) is een ribonucleïnezuur (RNA) dat enkelstrengs is, in tegenstelling tot DNA. Het zijn polymeren van ribonucleotiden. De monomeren bestaan ​​uit een koolhydraat (suiker, ribose), een fosfaat en een van de volgende nucleïnezuurbasen:

  • Adenine (A)
  • Guanine (G)
  • Cytosine (C)
  • Uracil (U)

Effecten

In tegenstelling tot klassiek vaccinsbevatten mRNA-vaccins geen eiwitten van de ziekteverwekkers, maar nucleïnezuren die code voor de antigenen. Ze worden door het lichaam zelf in de cellen aangemaakt administratie. Het mRNA bevat de informatie voor de aminozuursequentie van de antigenen. Het kan identiek zijn aan de natuurlijke volgorde of gewijzigd zijn. In de cel wordt het mRNA vertaald naar de eiwitten de ribosomen in het endoplasmatisch reticulum. Het antigeen dat tijdens dit proces wordt gevormd, wordt herkend door de immuunsysteem en triggert een immuunrespons die uiteindelijk leidt tot de vorming van antilichamen gericht tegen de ziekteverwekker. Wanneer het organisme in contact komt met de ziekteverwekker, wordt het beschermd door de antilichamen en immuunsysteem. mRNA wordt ingebouwd in grotere deeltjes voor afgifte, bijvoorbeeld nanodeeltjes en liposomen. Deze zijn geschikt voor meerdere mRNA moleculen gelijktijdig. mRNA is niet infectieus en kan dus geen infectieziekten veroorzaken. Het kan sneller worden ontwikkeld en geproduceerd dan klassiek vaccins. De processen zijn eenvoudiger en beter te standaardiseren. Bovendien is mRNA niet geïntegreerd in het menselijk genoom en wordt het in het lichaam afgebroken door natuurlijk voorkomende ribonucleasen.

Toepassingsgebieden

mRNA-vaccins worden voornamelijk ontwikkeld voor de preventie van bacteriële en virale infectieziekten. Ze worden ook onderzocht voor de behandeling van kanker en het eliminatie van antigenen.

Dosering

mRNA-vaccins worden gewoonlijk parenteraal toegediend, bijvoorbeeld als een intramusculaire injectie. Andere vormen van administratie worden onderzocht.

Bijwerkingen

Er is nog geen adequate informatie beschikbaar over potentieel bijwerkingen. In klinische onderzoeken met mRNA-vaccins kunnen lokale reacties op de plaats van administratie zoals roodheid, zwelling, en pijn zijn gemeld, evenals systemische klachten zoals gewrichtspijn, 피로, koorts, hoofdpijn en spierpijn. Allergische reacties en een uitbundige immuunrespons zijn ook te verwachten.