Lactatiereflex: functie, taken, rol en ziekten

Borstvoeding reflexen een rol spelen in zwangerschap en lactatie en dienen om het nageslacht te voeden. Moedermelk wordt reflexmatig geproduceerd in de borstklier onder hormonale invloed en wordt uitgescheiden door de klier. Afwezig borstvoeding reflexen kan verband houden met psychologische oorzaken zoals spanning, maar kan ook worden veroorzaakt door onjuist borstvoedingsgedrag.

Wat is de lactatiereflex?

Borstvoeding reflexen een rol spelen in zwangerschap en lactatie en dienen om het nageslacht te voeden. Alle vrouwelijke zoogdieren, dus ook wij mensen, voeden hun nageslacht melk​ De vorming hiervan melk vindt plaats in de melkklieren. De betrokken lichaamsprocessen worden ook wel lactatie genoemd. De voeding van het nageslacht wordt onvrijwillig verzekerd door zogenaamde lactatiereflexen. Er zijn twee verschillende lactatiereflexen: de eerste betreft de vorming van melk​ De tweede betreft de afscheiding van melk uit de melkklier. Zoals alle reflexen worden de lactatie- of melkvormingsreflexen voorafgegaan door een specifieke stimulus die de lichaamsprocessen op gang brengt. In het geval van lactatiereflexen komt de belangrijkste stimulus voornamelijk overeen met aanraking. Direct contact tussen moeder en kroost speelt hierbij een essentiële rol. Naast aanraakprikkels zijn hormonale regulaties vooral relevant voor lactatiereflexen. Het nodige hormonen in verband met borstvoeding zijn prolactine en oxytocine. Beide hormonen zijn al geproduceerd tijdens zwangerschap. prolactine is voornamelijk nodig voor de vorming van melk. Oxytocine, aan de andere kant, speelt een belangrijke rol bij uitscheiding. Beide lactatie hormonen zijn hormonen geproduceerd door de hypofyse, ook bekend als de hypofyse.

Functie en rol

Tijdens de zwangerschap vormt de moeder melk in de melkklieren. De melkvormingsprocessen zijn niet vrijwillig te sturen, maar vinden reflexief plaats. Als lactatiereflex is de melkvorming onderhevig aan hormonale controle. Tijdens de zwangerschap kan de progesteron en oestrogeenspiegels van de aanstaande moeder nemen toe. De twee hormonen worden aanvankelijk gevormd in de eierstokken en worden later in toenemende mate geproduceerd door de placenta​ Onder impulsen van de hypothalamus hypofyse produceert het lactatiehormoon prolactine via oestrogeen en progesteron​ Tegelijkertijd wordt HPL geproduceerd in de placenta​ Dit hormoon stimuleert de ontwikkeling van borstklierweefsel en veroorzaakt borstvergroting. Tijdens de zwangerschap weinig moedermelk wordt gevormd omdat progesteron bindt zich aan receptoren van de melkklier en blokkeert dus nog steeds de melkvorming. De belangrijkste melkvorming vindt plaats na de geboorte van het kind. Het afstoten van de placenta markeert het begin van dit proces. Na loslating is er minder progesteron in het lichaam van de moeder aanwezig en wordt de melkvorming niet meer geblokkeerd. Vanaf dat moment kan prolactine de melkproductie ongehinderd stimuleren. Nadat het kind is geboren, wordt het hormoon oxytocine speelt ook een cruciale rol in de lactatiereflex. Dit hormoon komt in grote hoeveelheden vrij tijdens de geboorte van het kind, bijvoorbeeld zodra de baby in het lichaam van de moeder afdaalt. Oxytocine zorgt ervoor dat melk in de borstklieren schiet. Hoeveel melk er wordt geproduceerd en binnenkomt vanaf het moment dat de baby wordt geboren, is afhankelijk van de vraag. De zuigbeweging van het kind op de borst van de moeder stimuleert de hormoonproductie, de melkproductie en de melkafscheiding. De melkstroom kan worden gezien als een spiercontractie rond de uitscheidingskanalen van de borstklier. Gedeeltelijk kunnen huilen of het zien van de baby ook de lactatiereflexen ondersteunen door hormonen af ​​te geven.

Ziekten en medische aandoeningen

Na de zwangerschap hebben sommige moeders het gevoel dat ze niet genoeg melk hebben voor hun baby. In de meeste gevallen is dit fenomeen te wijten aan onjuist borstvoedingsgedrag. Hoe vaker de baby aan de borst drinkt, hoe meer prolactine er vrijkomt en hoe hoger de melkproductie. Als de baby maar een klein beetje borstvoeding krijgt, wordt er minder melk geproduceerd en is de melkproductie ook lager. In individuele gevallen kan ook melkstuwing aanwezig zijn. Bij dit fenomeen wordt voldoende melk geproduceerd, maar deze kan niet meer ontsnappen. Sommige zuigelingen hebben een verminderde zuigreflex. Als de reflex niet voldoende intens is, kan dit een negatief effect hebben op de melkvormende reflexen van de moeder. Ook bij de melkvormende reflexen spelen psychologische factoren een rol. Bijvoorbeeld mensen die er veel onder hebben spanning minder melk produceren. Hetzelfde geldt voor gevoelens van angst, druk, hectiek of pijn​ Naast de tijdelijke scheiding van moeder en kind en onjuist borstvoedingsgedrag zijn soms psychologische factoren de meest voorkomende oorzaak van verstoorde lactatiereflexen. Behalve de bovengenoemde oorzaken kan een verstoorde lactatie ook worden veroorzaakt door lichamelijke klachten. Dit geldt bijvoorbeeld in de context van tumor ziekten​ Goedaardige tumoren van de hypofyse in individuele gevallen een hormoontekort aan prolactine of oxytocine veroorzaken. Dit tekort heeft een remmende werking op de lactatiereflexen. Wanneer de tumor wordt verwijderd, zakt de melkproductie in de meeste gevallen naar een normaal niveau. Niet alleen een vermindering van de lactatiereflexen kan ziektewaarde hebben, maar ook een extreme versterking. Verdacht in dit verband is vooral de melkproductie buiten de dracht en lactatie. Hormonen zijn in deze context ook de belangrijkste oorzaak. Een verhoogde productie van prolactine en oxytocine kan bijvoorbeeld de melkproductie en -stroom stimuleren, zelfs onafhankelijk van de zwangerschap. Hierbij spelen ook psychologische factoren een rol. Even goed kan een ziekte van de klieren de oorzaak zijn van overproductie van melk. Sommige goedaardige tumoren geven bijvoorbeeld hormonen af ​​en verstoren zo de hormonen evenwicht​ Er zijn echter ook andere klieraandoeningen denkbare oorzaken.