Klasse 1 | Symptomen van dyscalculie

klasse 1

Zelfs in de voorschoolse jaren doen kinderen allerlei ervaringen op met aantallen, hoeveelheden en maten, maar ook met ruimte en tijd. Deze kennis en vaardigheden worden in de eerste lessen opgenomen en ontwikkeld. In de wiskundelessen van de eerste schooljaarOok wordt de juiste numerieke notatie geïntroduceerd en worden naast het oppikken en ontwikkelen van de verschillende eerdere ervaringen de eerste bewerkingen (optellen en aftrekken) geïntroduceerd.

Om inzicht te krijgen in de wiskundige bewerkingen vindt de introductie van de bewerkingen eerst plaats op actieniveau. Optellen is dus niets anders dan optellen (verhogen, optellen, opvullen), aftrekken wordt weergegeven door wegnemen (verkleinen, verkorten). Door begrip en gevarieerd oefenen is de overgang naar het symbolische niveau voor de meeste kinderen gemakkelijk, maar er zijn ook afwijkingen en anomalieën, die hieronder worden geïllustreerd. Eigenschappen en relaties Nummers | Toevoeging | Aftrekken

  • Problemen met paarsgewijze toewijzing.
  • Problemen bij het bepalen van hoeveelheden (hoeveel zijn 6 beren?)
  • Problemen bij het controleren van de perceptuele overeenstemming van de elementen van twee sets
  • Problemen met het voltooien van relaties (... minder dan ..., ... groter dan ..., gelijk)
  • Nummer rotator (12 in plaats van 21) bij

klasse 2

Uitbreiding van de getallenruimte: optellen en aftrekken:

  • Problemen bij het begrijpen van het plaatswaardesysteem P
  • Problemen met het lezen van cijfers
  • Problemen bij het op het gehoor opschrijven van cijfers
  • Rekenen met vingers blijft behouden
  • Taken van de kleine Einsplusein (optellen en aftrekken taken in ZR tot 20) zijn nog niet geautomatiseerd
  • Optellen en aftrekken doe je alleen door te tellen (ook op de honderdtafel)
  • Problemen met de opbouw van rekenschema's. (Optellen tot de volgende tientje en dan verder: EERST ..., DAN)
  • Problemen bij feitelijke berekening die niet het gevolg zijn van tekortkomingen Zwakke punten in de betekenisvolle

klasse 3

Uitbreiding van de getallenruimte: optellen en aftrekken:

  • Problemen bij het begrijpen van het plaatswaardesysteem.
  • Problemen met het lezen van cijfers
  • Problemen bij het op het gehoor opschrijven van cijfers.
  • Rekenen met vingers blijft behouden.
  • Taken van de kleine Einsplusein (optellen en aftrekken taken in ZR tot 20) zijn nog niet geautomatiseerd.
  • Optellen en aftrekken gebeurt alleen door middel van tellen.
  • Problemen bij het begrijpen van taak, omgekeerde en aanvullende taak
  • Problemen met de opbouw van de schriftelijke toevoeging
  • Problemen met aanvullen (aanvullende taken) en dus ook problemen met de opbouw van de geschreven aftrekking
  • Problemen met het geschreven aftrekken van meerdere minutenuiteinden (= getallen die van een getal worden afgetrokken)
  • Problemen met het opslaan van tussenresultaten
  • Problemen bij feitelijke berekening die niet het gevolg zijn van tekortkomingen Zwakke punten in de betekenisvolle