Hoe betrouwbaar zijn de tests? | Hepatitis C-test

Hoe betrouwbaar zijn de tests?

In combinatie hebben de zoek- en bevestigingstests een zeer hoge nauwkeurigheid. In alle omstandigheden van een veel voorkomende infectie met de hepatitis C-virus kunnen beide tests een betrouwbare diagnose geven. Alleen zeldzame bijkomende omstandigheden of factoren kunnen de nauwkeurigheid van de test beïnvloeden.

Deze omvatten bijvoorbeeld immunosuppressie. Bij reumatica, HIV-patiënten of patiënten op dialyseDe verslavingsproef kan bijvoorbeeld negatief zijn. Dit komt doordat het lichaam in deze gevallen niet betrouwbaar op de infectie reageert door te produceren antilichamen.

De infectie kan optreden, zelfs als dat niet het geval is antilichamen tegen de ziekteverwekker worden gedetecteerd. Als de productie van antilichamen ongewoon lang duurt en de normale periode van ongeveer 7 weken aanzienlijk overschrijdt, kan de test ook vals-negatief zijn. Een andere zwakte van de screeningstest is dat antilichamen kan worden aangetroffen bij zowel acute als chronische of genezen en recentere ziekten. Het is daarom niet mogelijk om onderscheid te maken tussen de verschillende stadia van de ziekte. Om al deze onzekerheden te compenseren, wordt de confirmatieve test uitgevoerd, waardoor zowel het virus zelf zonder immuunrespons kan worden opgespoord als het stadium van de ziekte en de hoeveelheid virus in het lichaam kan worden bepaald.

Hoe snel zijn de resultaten daar?

De screeningstest heeft een grote diagnostische gap, wat betekent dat de incubatietijd van het virus lang is en dat de ziekte meestal niet detecteerbaar is via antistoffen tot 7 weken na infectie. In sommige gevallen kan de vorming van antilichamen een paar weken later of zelfs een paar weken eerder beginnen. Een negatief testresultaat na 7 weken moet daarom worden herhaald als er een vermoeden bestaat.

De exacte duur van de screeningstest totdat de resultaten beschikbaar zijn, kan sterk variëren. Hoewel de test zelf snel wordt uitgevoerd, moeten de monsters vaak naar speciale laboratoria worden gestuurd, die verschillende tijdsduur nodig hebben voor de test. Bij een acuut vermoeden van een ziekte kan de bevestigende test, de bepaling van HCV-RNA, eerder worden uitgevoerd.

Het RNA kan na ongeveer 1-2 weken worden gedetecteerd en kan daarom belangrijke vroege informatie opleveren. Moderne sneltests leveren daarentegen de resultaten in zeer korte tijd op. Hoewel de tests nog niet klinisch zijn vastgesteld, leveren ze hun relatief betrouwbare resultaten binnen 20 minuten op. Net als bij de bevestigende test, kunnen ze na ongeveer 1-2 weken worden uitgevoerd.