Hoe wordt de schoolangst gediagnosticeerd? | School Angst

Hoe wordt de schoolangst gediagnosticeerd?

De diagnose schoolfobie wordt meestal gesteld door de kinderarts of kinderpsycholoog of psychiater. De anamnese, dat wil zeggen het in vraag stellen van de symptomen en omstandigheden, is doorslaggevend. Naast dit uitvoerige gesprek met de arts worden lichamelijke en psychologische onderzoeken uitgevoerd om een ​​volledig beeld te krijgen van het kind en zijn of haar situatie en om andere oorzaken van de problemen uit te sluiten.

Als onderdeel van de psychologische beoordeling van het kind kunnen verschillende tests worden gebruikt om de psychologische stress in verband met de school te beoordelen, waaronder bijvoorbeeld procedures die de algemene mentale toestand van het kind illustreren. volksgezondheid en intellectuele prestaties. Slechts een paar van deze tests zijn specifiek voor schoolangst. Een daarvan is de zogenaamde SAT-test, waarbij de kinderen 10 plaatjes te zien krijgen en gevraagd wordt iets te vertellen over de afgebeelde situaties.

De examinator kan het gesprek richten op de typische aspecten van schoolangst en de antwoorden van de kinderen dienovereenkomstig evalueren. Deze methode is ontwikkeld in de jaren 1970 en moet daarom worden aangepast aan de huidige schoolsituatie en op een aantal punten worden uitgebreid. Het testen is daarom altijd een combinatie van gestandaardiseerde testprocedures en hun aanpassing en interpretatie door een ervaren arts of psycholoog in combinatie met de resultaten van de andere tests.

Schoolangst op de basisschool

In principe kunnen leerlingen van alle leeftijden een schoolangst ontwikkelen. De oorzaken en kenmerken zijn echter anders voor jongere kinderen dan voor oudere. Op de basisschool worden bijna alle kinderen te zwaar belast, althans aanvankelijk.

Dit kan komen door hun klasgenoten, docenten of de lessen zelf. Zo vinden sociaal onzekere kinderen het moeilijk om voor hun klasgenoten te praten en dragen daardoor weinig bij aan de lessen. Opgeroepen worden beangstigt hen, net als gezamenlijke activiteiten.

Het kind moet eerst leren omgaan met de eisen van school, en de leraar moet deze kinderen specifiek aanmoedigen en hun angst wegnemen. Sommige leerkrachten hebben het tegenovergestelde effect op kinderen van deze leeftijd en kunnen door bijzonder streng gedrag en hoge prestatie-eisen schoolangst opwekken. Dit wil niet zeggen dat zo'n leraar slecht is, want de meeste kinderen hebben strikte regels als structuur nodig.

Juist op deze leeftijd worden echter vaak gevoelige leerlingen aangetroffen die gemakkelijk geïntimideerd zijn en een schoolangst ontwikkelen. Geschillen met klasgenoten versterken dit probleem. Basisschoolkinderen zijn daarom bijzonder vatbaar voor schoolangst. Gelukkig is het gemakkelijk te behandelen en te overwinnen bij kinderen van deze leeftijd, aangezien het zelden een uiting is van een diepere psychologische spanning.