Hoe werkt een orthese? | De belangrijkste feiten over de onderbeenorthese

Hoe werkt een orthese?

Aan de been van buitenaf en is gemaakt van stevig materiaal. Het ondersteunt dus de onderste been in zijn holdingsfunctie. Een ingebouwde verbinding ter hoogte van de enkel gewricht of bijzonder elastisch materiaal ondersteunt de enkelgewricht enerzijds bij elke stap en anderzijds maakt de orthese mobiliteit mogelijk.

Hierdoor blijft het looppatroon dynamisch. Stijve orthesen kunnen ook worden gebruikt om misstanden te corrigeren. Deze fixeren de onderste been en voet in een bepaalde positie.

Dit is bedoeld om de verkeerde positie te compenseren, zodat getroffen personen ideaal kunnen lopen. Veel onderbeen orthesen worden ook gedragen door mensen met zwakte van dorsaalflexie van de voet. In dit geval wordt de voetzool op de orthese geplaatst, het zoolgedeelte is verbonden met het opzetstuk op de onderbeen. Door de stevige zool kan de voet tijdens het lopen niet naar beneden kantelen, maar een vrij normaal gangwerk met de orthese is nog steeds mogelijk.

Waar moet ik op letten bij het dragen van een orthese?

Bij het dragen van een onderbeen orthese, het eerste dat belangrijk is, is dat de orthese goed past. Als het bijvoorbeeld drukpunten veroorzaakt of als het been te veel manoeuvreerruimte heeft in de orthese, zullen op de lange termijn verwondingen aan de huid en het onderliggende weefsel optreden. Dit kan resulteren in open wonden of zelfs meer ernstige schade aan de spieren, schepen or zenuwen.

Het correct aanbrengen van de orthese is ook belangrijk om zijn functie te kunnen vervullen. Er zijn orthesen die eenvoudig op de blote huid kunnen worden gedragen, andere zijn ontworpen om met een kous eronder te dragen. De instructies van artsen, fysiotherapeuten en orthopedisch technici dienen te worden opgevolgd.

Er moet ook rekening worden gehouden met de situaties waarin de orthese moet worden gedragen en met de dagelijkse duur. Afhankelijk van de indicatie kan dit variëren van enkele uren tot een hele dag. Een redelijke ondersteuning of correctie van een verkeerde houding is alleen gegarandeerd als de orthese gedurende de voorgeschreven tijd wordt gedragen. Verder kunnen de onderbeenorthesen met gewricht in verschillende posities worden vergrendeld.

Als alternatief zijn alleen bepaalde bewegingen in het gewricht toegestaan ​​of kan het gewricht vrij worden bewogen. In de regel veranderen deze specificaties afhankelijk van de voortgang van de therapie. Om een ​​betrouwbare behandeling te garanderen en zowel overmatige als onvoldoende belasting van het onderbeen en te voorkomen voetspierenmoet regelmatig worden gecontroleerd of het gewricht loskomt. Ten slotte moet ook aandacht worden besteed aan de schoenen waarin de orthese kan worden gedragen.