Voetspieren

Aan de voet bevinden zich skeletmusculatuur zoals bij de andere lichaamsdelen. Deze voetspieren zijn topografisch verdeeld in de spieren van de achterkant van de voet (dorsum pedis) en de voetzool (planta pedis). Verder zijn de spieren van de voetzool verdeeld in de spieren van de grote teen en kleine teen en de spieren in het middengebied.

In het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen korte en lange spieren aan de voet. De spierbuiken van de lange voetspieren liggen onderaan been en alleen hun pezen ren langs de voet. De spieren van de voet maken de verschillende mate van beweging van de voet mogelijk en zijn ook betrokken bij het stabiliseren van de voet tijdens het lopen.

Korte voetspieren

De korte spieren van de achterkant van de voet rusten bovenop de botten en worden ook wel intrinsieke spiergroep genoemd, omdat ze zich direct in het gebied van de voet bevinden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een teenextensor, die alleen naar de grote teen trekt. Dit heet de Musculus extensor hallucis brevis en is verantwoordelijk voor de beweging, vooral de stretching en het trekken van de grote teen.

Het loopt vanaf de voorkant van de hielbeen (calcaneus) naar de basis van het eindlid van de grote teen. Naast deze spier bevindt zich de korte teenextensor, die in medische terminologie de spierextensor digitorum brevis wordt genoemd. Dit ontstaat ook aan de voorkant van de calcaneus en is verdeeld in drie spierbuiken.

Uit elk van deze spierbuiken komt een pees tevoorschijn, die relatief ver naar voren begint bij de tweede tot vierde teen. Deze spier zorgt er ook voor dat de tenen worden gestrekt en naar beneden worden getrokken been. Deze beweging wordt dorsaalflexie genoemd.

Het is een flexie in de richting van de achterkant van de voet. De kleine en dus vijfde teen heeft vaak geen pees die uit de spier komt. Een pees is maar zeer zelden aanwezig en over het algemeen kan de anatomie heel anders zijn, zodat sommigen pezen mogelijk ontbreken. Beide bovengenoemde spieren worden geprikkeld door dezelfde zenuw, de nervus fibularis, waardoor de beweging kan worden uitgevoerd.