Het typische transmissiepad van het griepvirus | Griepvirus

Het typische transmissiepad van het griepvirus

Infectie met de griep virus is een klassiek voorbeeld van een druppel infectie. Deze term beschrijft een transmissiepad via druppeltjes die het virus bevatten, die bijvoorbeeld bij niezen of hoesten in de lucht of de handen terechtkomen, als ze dan snel via de slijmvliezen van andere mensen terechtkomen. inademing of contact van de handen met de mond, neus- of ogen, ze kunnen zichzelf erin implanteren en het transmissiepad is voltooid. Vanuit deze overwegingen zijn enkele van de basisregels in de context van een griep epidemie of in het geval van de eigen griepziekte worden duidelijk: handschudden en elk ander direct lichamelijk contact met zieke mensen moet worden vermeden.

Vooral slechte “viruskatapulten” zoals deurklinken of leuningen in het openbaar vervoer moeten worden vermeden. Daarnaast staat regelmatig en grondig handen wassen centraal. Als je moet knabbelen of hoesten, u moet het niet in uw hand steken, maar in uw mouw of een zakdoek. Regelmatig luchten vermindert ook het risico op infectie.

Hoe lang is het griepvirus besmettelijk?

Het lastige aan de griep virus is dat geïnfecteerde mensen tot 24 uur voordat de eerste symptomen optreden, besmettelijk kunnen zijn. De getroffenen weten niet eens dat ze drager zijn van het virus en nemen daarom geen maatregelen om de verspreiding van het virus in te dammen. Pas wanneer de lichamelijke symptomen beginnen te verschijnen, begint u nauw lichamelijk contact te vermijden (of zelfs thuis te blijven) of uw handen vaker dan normaal te wassen.

Gedurende de gehele duur van de ziekte is er dan kans op infectie. Dit kan pas 100% worden uitgesloten nadat de symptomen volledig zijn verdwenen, met één beperking: kinderen en immuungecompromitteerde personen hebben mogelijk nog voldoende virus om besmet te raken, zelfs nadat de symptomen zijn verdwenen. Hiermee moet daarom rekening worden gehouden door de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen ten minste 24 uur na het verdwijnen van de symptomen voort te zetten.