Defibrillator: hoe het werkt!

Kort overzicht

  • Wat is een defibrillator? Een apparaat dat via elektroden elektrische schokken afgeeft om een ​​verstoord hartritme (bijvoorbeeld ventriculaire fibrillatie) naar zijn natuurlijke ritme te herstellen.
  • Zo gebruikt u de defibrillator: Bevestig de elektroden volgens de instructies en volg daarna de (stem)instructies op het apparaat.
  • In welke gevallen? De AED moet altijd aangesloten zijn als iemand plotseling niet meer reageert en niet meer normaal ademt. Het apparaat beslist vervolgens of een schok nodig is.
  • Risico's: Gevaar voor EHBO'ers en slachtoffers door stroming in combinatie met (veel) water. Schroeien van het borsthaar als het erg dik is.

Let op!

  • Volg tijdens defibrillatie nauwkeurig de gesproken instructies of geschreven/grafische instructies van het apparaat (AED). Dan kun je ook als leek niets verkeerd doen.
  • Als er een tweede EHBO-er naast u staat, haalt de een de defibrillator en begint de ander met de handmatige reanimatie. Als u alleen bent, moet u onmiddellijk met borstcompressies beginnen. Als er iemand anders meegaat, vraag hem dan om een ​​defibrillator te zoeken.
  • Gebruik de defibrillator niet in water of staande in een plas.
  • Raak de patiënt niet aan terwijl het apparaat het hartritme van de patiënt analyseert of elektrische schokken toedient. Het apparaat zal u dienovereenkomstig vragen.

Juridisch gezien kan er niets gebeuren met een leek die een publiek toegankelijke defibrillator gebruikt voor eerste hulp. Volgens §34 van het Duitse Wetboek van Strafrecht valt deze actie binnen de reikwijdte van een “gerechtvaardigde noodsituatie” en wordt deze uitgevoerd met de veronderstelde toestemming van de betrokkene.

Hoe werkt een defibrillator?

Je ziet ze in bedrijven, openbare gebouwen en metrostations: kleine defibrillatordoosjes aan de muur. Ze zijn te herkennen aan een groen bord met een hart waarop een groene bliksemschicht knippert.

Deze automatische externe defibrillatoren (AED) doen enigszins denken aan een EHBO-doos met twee kabels, elk met aan het uiteinde een elektrodenkussen ter grootte van een ansichtkaart. Deze elektroden worden op de borst bevestigd als het hart gevaarlijk uit het ritme begint te kloppen. Het apparaat geeft vervolgens kleine elektrische schokken af ​​via de elektroden om het hart weer in zijn natuurlijke hartslagritme te brengen.

Volledig en semi-automatische defibrillatoren

Er zijn volautomatische en semi-automatische defibrillatoren. De eerste geven de schok automatisch af. Halfautomatische apparaten vereisen daarentegen dat de eerstehulpverlener de puls handmatig activeert door op een knop te drukken.

Een AED (“lekendefibrillator”) is zo ontworpen dat deze ook door leken veilig en doelgericht kan worden gebruikt: Afbeeldingen op de elektroden laten zien hoe en waar de elektroden moeten worden aangebracht. Het apparaat maakt gebruik van een spraakfunctie om de volgende stappen en hun volgorde aan te kondigen. Afhankelijk van het model is er ook illustratieve begeleiding via een scherm of tekeningen.

Concreet gaat u tijdens defibrillatie als volgt te werk:

  1. Ontbloot het bovenlichaam van de patiënt: een defibrillator kan alleen op de blote huid worden gebruikt. De huid moet droog en vrij van haar zijn. Dit is nodig zodat de defibrillator efficiënt kan werken en de patiënt zich niet verbrandt door vonken. Droog daarom eventueel de huid van het bovenlichaam af en scheer als er veel haar op de borst zit. Hiervoor wordt meestal een scheermesje meegeleverd in de noodset. Scheer zo snel mogelijk! Verwijder ook pleisters en sieraden uit het lijmgebied.
  2. Bevestig de elektroden: Volg de instructies – één elektrode wordt aan de linkerkant, een handbreedte onder de linkeroksel, geplaatst, de andere aan de rechterkant, onder het sleutelbeen en boven de tepel. Als een tweede persoon borstcompressies heeft uitgevoerd, onderbreek deze dan nu.
  3. Volg daarna de instructies die het apparaat u geeft: Als het een semi-automatische AED is, zal hij u bij ventriculaire fibrillatie/ventriculaire flutter vragen om op de zogenaamde schokknop te drukken. Dit veroorzaakt een elektrische schok. Je herkent de knop aan het flitssymbool. Let op: Tijdens de shock mag u noch iemand anders de patiënt aanraken!
  4. Blijf de instructies van de defibrillator volgen: hij kan u nu bijvoorbeeld vragen de borstcompressies te hervatten die vóór de defibrillatie zijn uitgevoerd.
  5. Na ongeveer twee minuten zal de AED opnieuw reageren om een ​​verdere analyse uit te voeren. Volg ook dan de instructies van het apparaat.

Voer de reanimatie uit totdat de hulpdiensten arriveren en de behandeling overnemen of totdat het slachtoffer wakker wordt en normaal ademt. Laat de elektroden op de borst zitten.

Veel AED’s worden geleverd met de benodigde accessoires zoals een scheermes, wegwerphandschoenen, kledingschaar en eventueel een ventilatiefolie voor mond-op-mondbeademing en schoonmaakdoekjes, een klein handdoekje, een washandje of zakdoekjes.

Defibrillator: speciale functies voor gebruik bij kinderen

Andere defibrillatoren herkennen zelf of het om een ​​kind gaat, bijvoorbeeld wanneer de bijgeleverde kleinere elektroden worden aangebracht. Vervolgens regelen ze automatisch de defibrillatie-energie naar beneden.

Een stilstand van de bloedsomloop bij kinderen komt zeer zelden voor. In een noodgeval is het beter om de defibrillator voor volwassenen te gebruiken dan de kans te missen om het leven van het kind te redden.

Wanneer gebruik ik een defibrillator?

Wanneer een bewusteloos persoon gereanimeerd moet worden, wordt er gebruik gemaakt van een Automatische Externe Defibrillator (AED). De defibrillator analyseert automatisch of een elektrische schok überhaupt op zijn plaats is. Er zijn twee soorten hartritmes:

  • Defibrilleerbaar ritme: Hier heeft de hartspier nog steeds zijn eigen hartactiviteit, dwz hij heeft zijn eigen elektrische activiteit. Dit is echter zoveel mogelijk buiten het ritme. Deze omvatten de hartritmestoornissen ventriculaire fibrillatie, ventriculaire flutter en pulsloze ventriculaire tachycardie/pVT. Ze kunnen worden gecorrigeerd door defibrillatie. Het apparaat zou een elektrische schok veroorzaken (volautomatische defibrillator) of de eerstehulpverlener ertoe aanzetten op de overeenkomstige knop te drukken (semi-automatische defibrillator).

Defibrillatie als onderdeel van reanimatie

Het gebruik van een defibrillator is een van de basismaatregelen bij reanimatie (basic life support, bls).

Een geheugensteuntje voor de volgorde van reanimatie is: check – call – press. Controleer het bewustzijn en de ademhaling, bel vervolgens de spoedarts en begin met borstcompressies.

U kunt aan de hand van de volgende stappen bepalen of u reanimatiemaatregelen moet nemen bij een bewusteloos aangetroffen persoon:

  1. Test de reactie van de persoon: praat luid tegen hem of haar en schud zachtjes zijn schouders. Als u alleen bent, kunt u het beste nu hulp inroepen, vooral als de persoon niet reageert.
  2. Controleer de ademhaling van de persoon: Om dit te doen, kantelt u het hoofd van de patiënt iets naar achteren en tilt u de kin op. Kijk of er vreemde voorwerpen in de mond en keel zitten die u kunt verwijderen. Dan volgt het credo “Hoor, zie, voel!” geldt: Houd uw oor dicht bij de mond en neus van de bewusteloze persoon – kijkend naar de borst. Controleer of u ademhalingsgeluiden kunt horen, een zuchtje lucht kunt voelen en of de borstkas van de patiënt omhoog en omlaag gaat. Als het slachtoffer zelfstandig ademt, plaats het dan in de stabiele zijligging.
  3. Bel de hulpdiensten of vraag een andere aanwezige om dit te doen.
  1. Begin onmiddellijk met borstcompressies, bij voorkeur in combinatie met mond-op-mondbeademing (als u of een omstander daar vertrouwen in heeft). Hierbij geldt de 30:2-regel, dat wil zeggen 30 borstcompressies en 2 beademingen afwisselend. Je begint met borstcompressies, omdat er meestal nog voldoende zuurstof in de patiënt zit.
  2. Als er nog een EHBO-er aanwezig is, dient deze tussentijds een defibrillator te halen (indien beschikbaar). Gebruik het apparaat zoals hierboven beschreven.
  3. Al deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat het bloed naar de hersenen en het hart van de patiënt blijft stromen totdat de hulpdiensten arriveren.

Begin zo snel mogelijk met reanimatie – zelfs een paar minuten zonder zuurstof kan leiden tot onherstelbare hersenbeschadiging of de dood van de patiënt!

Defibrillator voor thuisgebruik – nuttig of onnodig?

Volgens de Duitse Hartstichting is er geen betrouwbaar bewijs dat een defibrillator thuis nuttig is of niet. Als er echter bijvoorbeeld een thuisdefibrillator beschikbaar is, kan iemand het maken van een noodoproep uitstellen of de handmatige reanimatie (hartmassage en beademing) verwaarlozen of uitstellen.

Risico's bij het gebruik van een defibrillator

Als u de elektroden rechtstreeks op een pacemaker of ander geïmplanteerd apparaat plakt (vaak herkenbaar aan een litteken of iets dergelijks op de borst), kan dit de stroompulsen verstoren.

Als u de defibrillator gebruikt bij een bewusteloos persoon die in het water ligt, bestaat er gevaar voor een elektrische schok! Hetzelfde geldt als u tijdens het gebruik van het apparaat in een plas staat. Aan de andere kant is het geen probleem om een ​​defibrillator te gebruiken in de regen of aan de rand van een zwembad.

U kunt ook een elektrische schok krijgen als u de patiënt aanraakt terwijl het apparaat een stroompuls afgeeft. Er bestaat een bijzonder risico bij volautomatische defibrillatoren, die onafhankelijk van elkaar energiepulsen activeren. Volg daarom nauwkeurig de instructies van het apparaat!

De elektroden moeten plat op de blote borst van de bewusteloze persoon liggen. Als de pads kreuken, kan de stroom niet stromen. De functie van de defibrillator is dan beperkt.

Scheer patiënten met zwaar borsthaar zo snel mogelijk. Als er te veel tijd verstrijkt voordat de defibrillator wordt gebruikt, kan het voor de patiënt te laat zijn!