Handzenuwletsel | Hand zenuwen

Handzenuwletsel

De N. medianus is afkomstig van de zenuwplexus van de zogenaamde medianusvork. Nadat het voorbij is de bovenarmtrekt deze handzenuw aan de flexiezijde van de arm richting de duim. Het loopt onder het retinaculum musculorum flexorum in de carpale tunnel tussen het diepe en oppervlakkige pezen van de buigspieren naar de handpalm.

In de palm vertakt hij zich uiteindelijk in zijn motorische en gevoelige takken. De motorische zenuwvezels voeden de musculatuur van de duim (thenar-spieren). Daar veroorzaken ze ontvoering, flexie en de juxtapositie van de duim en de kleine vinger.

Bovendien, de mediane zenuw innerveren de diepe buigspieren van de index vinger en middelvinger. Het binnenoppervlak van de hand aan de zijkant van de duim, de duim zelf en de wijsvinger en midden vinger worden gevoelig geleverd door de handzenuw. Dit is waar de overdracht van gevoeligheid zoals aanraking en tactiele sensatie plaatsvindt.

De zenuw aan de toppen van de wijs- en middelvinger heeft zijn eigen en enige gevoelige toevoergebied, dat een autonoom gebied wordt genoemd. Diverse oorzaken kunnen leiden tot een chronische drukverhoging in de carpale tunnel. Deze oorzaken kunnen ruimteverslindende processen, breuken, dislocaties van de carpale zijn botten, ontstekingsprocessen van de pezen, maar ook oedeem veroorzaakt door zwangerschap.

Het doorkruisen mediane zenuw wordt gecomprimeerd door de bestaande vernauwing en zijn functie is beperkt. In de volgende gevallen treedt verlies van gevoeligheid vooral op in de vingertoppen. Als de drukstijging in de carpale tunnel langere tijd aanhoudt, treden extra motorstoringen op naarmate het proces vordert.

Men spreekt van een positief flessenteken, aangezien de patiënt een fles niet meer volledig met zijn duim kan omsluiten. In het gebied van de elleboog kunnen ook traumatische beschadigingen zoals fracturen en luxatie optreden. Door de nabijheid van de handzenuw kan deze ook snel worden verwond.

Het klinische beeld toont dan de typische vloekende hand voor zo'n blessure. Als de aangedane persoon probeert zijn beperkte hand tegen de vuist te sluiten, zijn duim, wijs- en middelvinger niet goed gebogen. De spieren worden niet langer geïnnerveerd door de handzenuw en kunnen hun eigenlijke beweging niet meer uitvoeren. Bovendien kunnen andere symptomen optreden, zoals gevoelloosheid en spieratrofie in het duimgebied.