Gedragsgeneeskunde: behandeling, effecten en risico's

Gedragsgeneeskunde is een tak van gedragstherapie en daaruit voortgekomen. Het onderzoekt volksgezondheid gedrag op het gebied van alle therapeutische interventies en ontwikkelt kennis over de gerelateerde ontwikkelingen, technieken, behandelingen, diagnoses en revalidaties waardoor de patiënt leert omgaan met zijn ziekte.

Wat is gedragsgeneeskunde?

Gedragsgeneeskunde is een tak van gedragstherapie en daaruit voortgekomen. Het onderzoekt bijvoorbeeld volksgezondheid gedragingen op het gebied van alle therapeutische interventies. Gedragstherapie maatregelen zijn gebaseerd op de wetenschap dat verstoord gedrag kan worden aangeleerd, maar ook afgeleerd. Dit onderzoeksgebied begon met leren theorie, die hypothesen en modellen heeft opgesteld om de complexiteit van leerprocessen op psychologische basis te beschrijven en deze te interpreteren met behulp van een breed scala aan theorieën. De oprichter was de Amerikaanse psycholoog John B. Watson met zijn gedragsschool. Dit leidde tot de ontwikkeling van gedragsmedische concepten die waren gebaseerd op biomedische principes en waarbij de ontwikkeling van ziekte specifiek werd benaderd door middel van methoden gebaseerd op leren theorie. Aanvankelijk was de opvatting dat interne processen niet begrepen konden worden door een buitenstaander en daarom niet geanalyseerd moesten worden. Dieptepsychologie werd al snel tegengewerkt gedragstherapie, die niet de eerste persoon van het ego veronderstelde, maar het derde persoonsperspectief als een gebruikelijke stap om naar een situatie te kijken en deze te interpreteren. Het basisidee waar gedrag schadelijk voor is volksgezondheid is geleerd was een van de belangrijkste, omdat het samengaat met het feit dat dit ook kan worden tegengegaan door gedragsgeneeskunde maatregelen en therapieën. Gedragsgeneeskunde vertegenwoordigt daarmee een experimenteel, wetenschappelijk veld dat gedrag bepaalt, voorspelt en controleert door middel van observaties en vergelijkingen. Op deze manier worden symptomen van psychische stoornissen specifiek geïdentificeerd en behandeld, terwijl tegelijkertijd het actievermogen van de patiënt wordt vergroot. Er wordt niet zozeer aandacht besteed aan de mentale processen, maar eerder worden gedragstechnieken ontwikkeld om de patiënt te helpen zichzelf te begrijpen en te beheersen. Huidige omstandigheden spelen een grotere rol dan gebeurtenissen uit het verleden. Interventieprogramma's voor de behandeling van de aandoeningen of ziekten vormen de basis, terwijl onder deze condities onderzoek wordt gedaan naar het verband tussen psychologische en somatische processen en het daaruit voortvloeiende ziektebeeld. Problematisch gedrag is primair gebaseerd op leren processen en wordt omgekeerd of gewijzigd door middel van dergelijke processen. Interventieprogramma's worden aangepast aan de individuele problemen van een persoon zonder te zoeken naar de oorzaken of de feitelijke oorsprong die verantwoordelijk is voor een mogelijke psychische stoornis. Dergelijke gedragsinterventies laten vooral succes zien bij minder complexe psychische stoornissen.

Behandelingen en therapieën

Daarom zijn er geen specifieke standaardprogramma's in de gedragsgeneeskunde, maar sommige modellen en procedures zijn het vermelden waard. Deze omvatten de multicausal voorwaarde model. Dit veronderstelt dat lichaam en geest niet als gescheiden worden beschouwd, maar dat alle mentale processen kunnen worden gemeten en verklaard door het elektrochemische proces in de hersenen​ Dienovereenkomstig veroorzaakt elk mentaal proces neurofysiologische veranderingen. De aldus opgedane kennis is gebaseerd op bevindingen uit de psychofysiologie, in de studie van spanning en emoties. Aangezien er een duidelijk verband bestaat tussen neuro-endocriene activiteit, cognitieve operaties, corticale en subcorticale activiteiten en subjectieve ervaring, kan gedragsgeneeskunde hierdoor worden geleid om een ​​interactie tussen de niveaus te verklaren en te onderzoeken. Zo zijn hierover nieuwe therapeutische concepten ontwikkeld, die niet alleen bij psychische stoornissen, maar ook bij lichamelijke klachten of chronische aandoeningen zijn toegepast. pijn​ Voordat de psychosociale en fysieke vorm van de ziekte wordt onderzocht, stelt de gedragsgeneeskunde ook een diagnose en gedragsanalyse van de patiënt vast om de patiënt individueel te kunnen aanspreken. Een vorm hiervan is het SORKC-model. Dit is een gedragsmodel volgens de psycholoog BF Skinner, die geprogrammeerd leren heeft uitgevonden, en werd uitgebreid door Frederick Kanfer. Het beschrijft de basis van vijf determinanten in het leerproces en dient dus als een objectieve test van therapeutische werkingsmechanismen. Het model impliceert dat een stimulus een organisme beïnvloedt, wat resulteert in een emotionele reactie. Dit resulteert op zijn beurt in een actie, die een tegenmaatregel of repressie kan zijn. Als de situatie vaker voorkomt, ontstaan ​​er gedragingen die op hun beurt aanleiding geven tot gedragsstoornissen en ziekten, die bestreden moeten worden door tegengedragingen of veranderingen in de prikkel.

Diagnose- en onderzoeksmethoden

Een essentieel aspect in de gedragsgeneeskunde is de eigen implementatie van de concepten door de patiënt. Daartoe wordt de subjectieve perceptie van de symptomen versterkt en wordt de ziekteverwerking gecontroleerd door middel van psychometrische tests en interviews. Op deze manier wordt de eigen beleving van de patiënt getraind zodat bijvoorbeeld het bijhouden van een dagboek een belangrijke verwerkingsstap is tijdens therapie​ De patiënt moet zijn eigen gedrag en de stoornis subjectief leren interpreteren en beoordelen. Een bijzondere methode van gedragsgeneeskunde is confrontatie therapie, die is gebaseerd op de bevindingen van klassieke conditionering. Vooral in het geval van paniek- en obsessief-compulsieve stoornissen of angsttoestanden en fobieën wordt deze methode op verschillende manieren gebruikt, waardoor de getroffen persoon zichzelf confronteert met zijn angsten. Deze omvatten methoden zoals systematische desensibilisatie, training op het gebied van angstmanagement, overstromingen, een vorm van overbelasting van prikkels en onmiddellijke confrontatie, en de schermtechniek. Gedragsgeneeskunde behandelt drie punten in het ziekteproces. Het kijkt naar de stimuli, de respons die erop wordt gegeven en de resulterende stoornis. Als de stimuli resulteren in verhoogde symptomatologie, is het voor de patiënt mogelijk om het optreden van de stimuli onder controle te houden en uiteindelijk te vermijden.