Gastro-intestinale infecties (gastro-enteritis)

Introductie

Gastro-intestinale infecties zijn ook bekend als gastro-enteritis in technische termen. In de meeste gevallen, virussen zijn de triggers van gastro-enteritis, maar zelden kunnen ze ook worden veroorzaakt door bacteriën. Het verloop van een viral gastro-enteritis is meestal milder dan die van een bacteriële infectie. Een gastro-intestinale infectie leidt tot een ontsteking van de maag en intestinaal slijmvlies.

Symptomen

De symptomen van een gastro-intestinale infectie treden meestal relatief plotseling op. De meest typische symptomen zijn onder meer braken en diarree. Soms bevat de diarree slijm of bloed. De braken stopt meestal sneller dan de diarree. De braken duurt meestal een of twee dagen, terwijl de diarree een week kan aanhouden.

Veroorzaken

De oorzaak van een gastro-intestinale infectie is meestal een virus. Er zijn een paar virussen op de voorgrond. Deze omvatten norovirussen, rotavirussen, coronavirussen en adenovirussen.

De twee meest voorkomende triggers van een gastro-intestinale infectie zijn norovirussen en rotavirussen. Vooral norovirussen veroorzaken een ernstig ziektebeloop, wat kan leiden tot problemen met de bloedsomloop als gevolg van vochtverlies, vooral bij oudere mensen. Veel voorkomende bacteriële pathogenen zijn bijvoorbeeld Campylobacter, Chlostridium difficile, Salmonella, Escherichia coli of Yersinia.

De bacterie die verantwoordelijk is voor de cholera ziekte veroorzaakt ook diarree, hoewel dit vaker voorkomt in landen met slechte hygiënische omstandigheden. De twee meest voorkomende ziekteverwekkers voor een gastro-intestinale infectie zijn de twee virussen "Norovirus" en "Rotavirus". Het norovirus is waarschijnlijk verantwoordelijk voor een infectie bij oudere volwassenen en komt het vaakst voor tussen oktober en maart.

Het rotavirus treft het vaakst kinderen onder de 5 jaar, daarom is er een oraal vaccin voor zuigelingen ontwikkeld. Daarnaast zijn er enkele bacteriën die diarree kunnen veroorzaken. Ze zijn aanzienlijk minder waarschijnlijk dan de virussen om een ​​dergelijke infectie te veroorzaken.

Ze omvatten salmonella, dat via besmet voedsel het lichaam binnenkomt, of shigella, dat bijvoorbeeld in besmet water voorkomt. Andere bacteriële pathogenen zijn de cholera bacteriën, de yersinia en de campylobacter. Alle diarreeziekten worden gekenmerkt door een ernstiger beloop en aanvullende symptomen, zoals bloed in de ontlasting en een verzwakking vergelijkbaar met invloed.

Ze duren meestal veel langer dan een week en dus langer dan een virale infectie. Andere redenen voor een diarreeziekte zijn parasieten. Deze omvatten zowel wormen als amoeben, die de ziekte bijna altijd veroorzaakten tijdens een tropische reis.