Fysiotherapie voor BWS-syndroom

BWS-syndroom is de term die wordt gebruikt om te beschrijven pijn in de thoracale wervelkolom gebied dat afkomstig kan zijn van de spieren of benige gewrichtsstructuren. De pijn kan leiden tot plaatselijke pijn direct aan de wervelkolom, maar kan ook pijn veroorzaken in het gebied van de borstarmen of zelfs vegetatieve symptomen veroorzaken zoals hartkloppingen of gevoelens van angst.

Fysiotherapeutische interventie

Bij de fysiotherapeutische behandeling wordt allereerst een melding gemaakt, waarmee de therapeut probeert de oorzaak van de symptomen in de BWS te achterhalen en vervolgens wordt individueel een therapie gepland. De therapie omvat meestal actieve maatregelen, die de patiënt zelfstandig en ook als huiswerkprogramma thuis uitvoert, evenals passieve therapeuttechnieken, zoals mobilisatie of technieken uit manuele therapie. Warmtetoepassingen of bandages kunnen de therapie ook ondersteunen.

Manuele therapie

Manuele therapie is primair gericht op het herstellen van de fysiologische gewrichtsfunctie. Bij BWS betreft dit de wervel gewrichten tussen de afzonderlijke wervellichamen enerzijds, maar ook de ribbengewrichten. Beiden kunnen functionele stoornissen hebben en verantwoordelijk zijn voor een BWS-syndroom.

Hoewel veel van de manuele therapie gebaseerd is op passieve technieken, dwz technieken die door de therapeut worden uitgevoerd, moet de patiënt ook de nieuwe gewrichtsfunctie stabiliseren door middel van actieve oefeningen, stretching en versterken. Manuele therapie heeft een hoge waarde bij de behandeling van BWS-syndromen, omdat het vaak wordt veroorzaakt door langdurige posturale misvormingen, voornamelijk spierafwijkingen. spanningen dat merkt de patiënt, maar deze worden meestal veroorzaakt door disfuncties in de gewrichtsmechanica. Zonder causale behandeling van de gewrichtsmechanica, zoals het geval is bij manuele therapie, zal de spierspanning ook na het loslaten terugkeren. Manuele therapie kan geen langdurige stabilisatie garanderen door actieve training en het elimineren van onevenwichtigheden.

  • Bij manuele therapie probeert de therapeut de patiënt na een bepaalde bevinding door middel van bepaalde grepen en gewrichtsaanpassingen in een uitgangshouding te brengen, waarbij hij door middel van bepaalde impulsen mogelijke misstanden of blokkades kan loslaten.
  • Zachte mobilisatietechnieken kunnen ook worden toegepast.
  • Zachte weefseltechnieken zoals stretching technieken, triggerpoint-therapie or massage grepen worden ook gebruikt.