Oefeningen met de Flexibar | Wervelkanaalstenose - eenvoudige oefeningen voor thuis

Oefen met de Flexibar

Oefening voor de lumbale wervelkolom: uitgangspositie is de actieve houding. De voeten staan ​​stevig op de grond, de knieën zijn licht gebogen, het bekken wordt iets naar achteren getrokken om de lumbale wervelkolom recht te trekken, buikspieren worden gespannen, rug blijft recht, armen die de Flexibar vasthouden worden vastgehouden borst waterpas met licht gebogen ellebogen. De schouderbladen worden aangespannen en de handen brengen de Flexibar langzaam in trilling.

De patiënt probeert het evenwicht de trillingen van de Flexibar en onderbreekt de trilling niet door een tegenbeweging. Voor het effect van de Flexibar is het belangrijk dat u volledig gespannen blijft. Zwaai de staaf ca.

20 seconden per keer. Oefening voor de cervicale wervelkolom: De uitgangspositie is dezelfde als voor de oefening voor de lumbale wervelkolom. Voor de cervicale wervelkolom wordt de Flexibar echter verder omhoog gehouden hoofd.

Ook hier probeert de patiënt de Flexibar aan het trillen te krijgen en vervolgens de trilling door lichaamsspanning te weerstaan. Het verschil is dat vanwege de oscillatie die optreedt boven de hoofd, de korte nek spieren moeten actiever zijn en is daarom een ​​goede versterkende oefening. Om beide lichaamsdelen met elkaar te verbinden, kan de Flexibar naar beneden en naar achteren over de hoofd tijdens het swingen. Zwaai het bars gedurende ongeveer 20 seconden per keer.

Oefen met de flexibele oefenstok

De flexibele oefenstok Theraband is een elastisch trainingsapparaat. Oefening 1: Actieve stand, buik- en rugspanning moeten worden vastgehouden, houd de oefenstok in uw handen. Houd de armen gestrekt, buig de knieën lichtjes en “buig” de oefenstok.

Herhaal de ‘doorbuigen’ 3 * 15 keer. Als alternatief kunnen, terwijl de staaf in de bocht wordt gehouden, de armen worden opgetild of opzij worden gedraaid om een ​​rotatie van de romp te krijgen. Oefening 2: De opbouw van de oefening is hetzelfde als in oefening 1.

Terwijl de buiging van de oefenstok wordt vastgehouden, worden de billen naar achteren geduwd om in een kniebocht te komen. De rug mag licht gebogen zijn. Herhaal de kniebuiging en houd de oefenstok 3 * 15 keer vast.