Epidemiologie | Groeipijn

Epidemiologie

De getroffenen bevinden zich in de groeifase, die, afhankelijk van de bron, in een bereik van het vierde tot en met het achttiende levensjaar kan worden geplaatst. In sommige gevallen is het pijn komt al voor bij zuigelingen van twee en drie jaar oud. Meisjes en jongens worden in gelijke mate getroffen. Afhankelijk van de populatie komen frequenties van 4-37% voor in de populatie. Artsen schatten dat waarschijnlijk een derde kind lijdt aan groei pijn minstens één keer in hun leven. Het vermoeden bestaat dat sommige mensen gevoeliger zijn voor het voelen van de groei pijn vanwege overerving van bepaalde genen.

Diagnose

De diagnose is gebaseerd op een onderzoek van de patiënt medische geschiedenis inclusief familiegeschiedenis. EEN fysiek onderzoek wordt ook uitgevoerd. Door onderzoek en ondervraging wordt getracht andere ziektebeelden af ​​te bakenen en uit te sluiten, zoals andere aandoeningen van het bewegingsapparaat, die ook pijn kunnen veroorzaken.

In het bijzonder reumatische aandoeningen (zoals juveniele idiopathische artritis en reactieve artritis), tumoren (vooral de osteoïd osteoom), ontstekingen (zoals heup rhinitis, een onschadelijke ontsteking van de heup gewricht, wat kenmerkend is voor jeugd), verwondingen (bij kinderen het typische greenwood breuk) en bloed celziekte (leukemie) zijn uitgesloten. Symptomen zoals roodheid, zwelling, plaatselijke pijn, oververhitting duiden op een ontsteking. Fever, nachtelijk zweten, gewichtsverlies en vermoeidheid zijn ook ernstige symptomen die kunnen duiden op andere kwaadaardige ziekten, maar die niet optreden bij groeipijn.

Om een ​​blessure uit te sluiten, moet men letten op blauwe plekken, roodheid, schaafwonden en bloeding. Bij vragen en fysiek onderzoek zijn niet productief, soms kan een pijndagboek ook onthullend zijn. In het pijndagboekpijn die in de loop van de dag optreedt en de intensiteit van de pijn worden geregistreerd.

Het is mogelijk om erachter te komen of de pijn verband houdt met bepaalde gebeurtenissen, zoals fysieke belasting, langdurig zitten of andere gebeurtenissen. Als de pijn langer dan vijf dagen aanhoudt, moet u onmiddellijk opnieuw een arts raadplegen. Afhankelijk van de resultaten, bloed tests of röntgenfoto's kunnen nodig zijn. In zeldzame gevallen kan scinitigrafie of magnetische resonantiebeeldvorming nodig zijn. De groeipijn vertoont geen afwijkingen bij lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek en röntgenfoto's.