Duur van de operatie | Operatie van een hernia van de lumbale wervelkolom

Duur van de operatie

De operatie zelf duurt gewoonlijk ongeveer 30-60 minuten. Afhankelijk van het individu voorwaardedan is een ziekenhuisopname van enkele dagen noodzakelijk. Pas ongeveer twee weken na de operatie wordt begonnen met fysiotherapie.

In eerste instantie moet men niet te veel zitten. Om deze reden wordt meestal een nauwkeurig plan opgesteld hoe lang men dagelijks mag zitten. Na ongeveer 4 weken kunt u meestal onbeperkt zitten en beginnen met lichte sporten. Rugvriendelijke sporten zoals zwemmen or jogging zijn meestal weer mogelijk zonder grote beperkingen na ongeveer 6 weken. Activiteiten die de rug zwaarder belasten, worden gewoonlijk pas na ongeveer 12 weken hervat.

Werkingswijze

Er is een hele reeks chirurgische procedures beschikbaar om een ​​hernia in de lumbale wervelkolom te opereren. De exacte te volgen procedure is afhankelijk van een aantal factoren. Naast de exacte locatie en het type hernia zelf spelen ook de individuele anatomische condities en natuurlijk de wensen van de patiënt een rol.

Door de voorkeuren en ervaring van de chirurg of de kliniek worden meestal ook niet alle methoden overal toegepast. De verschillen tussen de afzonderlijke methoden in termen van kwaliteit van de resultaten zijn echter meestal niet groot. De standaardprocedure is meestal om de hernia vanaf de achterkant van het lichaam te opereren.

Vervolgens wordt de hernia vrij geprepareerd en vervolgens verwijderd. Indien nodig wordt verder zacht weefsel of botweefsel verwijderd dat op de zenuwwortel. Pas als dit volledig is blootgesteld, kunnen de symptomen worden verlicht.

Afhankelijk van de locatie van de verzakking kan ook voor een laterale benadering worden gekozen. In de tussentijd wordt chirurgie vaak aangeboden als een minimaal invasieve of microchirurgische procedure, maar studies hebben nog geen duidelijke voordelen voor een van de twee procedures aangetoond. Alle bewerkingen worden uitgevoerd onder Röntgenstraal controle.

Bij de open microchirurgische methode is de toegang via een kleine huidincisie, waardoor de zenuwwortel wordt dan vrijelijk voorbereid. Bij de endoscopische minimaal invasieve chirurgische methode wordt een stijve buis met optiek gebruikt, die meestal lateraal wordt ingebracht. Deze buis kan vervolgens worden gebruikt om met fijne instrumenten te werken, vergelijkbaar met het gebruikelijke blindedarmoperatie.

Deze procedure vereist een iets kleinere huidincisie. De minimaal invasieve procedure is bedoeld om de vorming van littekenweefsel in het gebied van de huidwond te verminderen. Bij beide methoden kunnen lasers naast de normale methoden worden gebruikt.

Deze kunnen zowel worden gebruikt voor het snijden als voor het virtueel verdampen van fijne vezeldelen als ze te klein zijn voor normale verwijdering. Bij alle methoden is het belangrijk om voldoende te verwijderen kraakbeen. Als teveel kraakbeen blijft in het gebied van de tussenwervelschijf, kan het gebeuren dat het wegglijdt en tot een nieuwe hernia leidt.