Diagnose zaadbalkanker

Introductie

De diagnose van zaadbalkanker omvat verschillende individuele stappen en onderzoeken. De eerste stap is de klinische diagnose, waarbij meestal de primaire tumor in de testis wordt ontdekt, gevolgd door onderzoek naar de mogelijke verspreiding en verspreiding naar andere organen en weefsels. Chirurgische diagnostiek wordt vervolgens uitgevoerd.

Tijdens deze procedure wordt de aangetaste zaadbal verwijderd en wordt histologisch (fijn weefsel) onderzoek uitgevoerd. Alleen door deze twee deelstappen samen te vatten kan een adequate therapie voor zaadbalkanker worden gestart.

  • Klinische diagnose: 97% van zaadbalkanker kan worden gedetecteerd door palpatie van de testikels door de dokter.

    De specialist die hiervoor verantwoordelijk is, is de uroloog. De uroloog onderzoekt beide zorgvuldig testikels en vergelijkt eerst hun grootte en voorwaarde. In de aangetaste, meestal vergrote zaadbal, kan de tumor meestal worden gepalpeerd als een houtharde tumor.

    De uroloog kan de bijbal en de zaadstreng van de zaadbal en onderzoek ze op mogelijke veranderingen in grootte of weefselstructuur. tevens de weefselvocht knooppunten in de lies en rond het lieskanaal worden ook gepalpeerd om mogelijke zwelling van de lymfeklieren in de liesstreek als teken dat de testiculaire tumor is uitgezaaid.

De volgende stap is een ultrageluid onderzoek van beide testikels. Met de zogenaamde scrotale echografie met hoge resolutie kan meer dan 98% van alle tumoren worden opgespoord.

Als in zeldzame gevallen bijvoorbeeld een testiculaire tumor in de vroege stadia nog niet wordt gedetecteerd tijdens palpatie, kunnen voorbereidende stadia nog steeds worden geïdentificeerd met de ultrageluid examen. Deze methode wordt gebruikt om de consistentie van de gepalpeerde verharding in de zaadbal verder te bepalen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen cystische (holtes met waterretentie) en vaste (vaste) laesies.

De vroege vormen van kiemceltumoren kunnen gemakkelijk worden opgespoord door ultrageluid, aangezien er zogenaamde microcalcificaties worden aangetroffen in het testiculaire weefsel, die in het echobeeld worden weergegeven als "sneeuwvlagen" of "sterrenhemel". Het is belangrijk dat beide testikels worden meegenomen in het onderzoek, aangezien testikel kanker komt in 1% van de gevallen aan beide kanten voor. U kunt hier meer informatie over dit onderwerp vinden: Echografie van de zaadbal

  • Verspreidingsdiagnostiek: in deze diagnostische sectie kan elke metastasen worden gedetecteerd en de grootte en verspreiding van de primaire tumor in de testis wordt bepaald.

    Dit kan bijzonder goed worden gedetecteerd in een computertomogram met contrastmiddel, daarom is een dergelijk onderzoek verplicht in de testis kanker. Computertomografie wordt uitgevoerd van de thorax (borst), buik (boven- en onderbuik) en bekken. Met behulp van deze beeldvorming kunnen artsen beslissen of de operatie ook de verwijdering van getroffenen vereist weefselvocht knooppunten.

    Daarnaast worden de lever en longen, de organen die, afgezien van de weefselvocht knooppunten, worden voornamelijk beïnvloed door verstrooiing in de testikels kanker, kan worden beoordeeld. Als metastasen daar worden aangetroffen, is dit een belangrijk criterium voor de stadiëring (classificatie in agressiviteitsstadia) van zaadbalkanker en de selectie van therapeutische maatregelen.

  • Tumormarkers: de bepaling van specifieke hormonen en eiwitten in de bloed is een volgende stap in de diagnose van zaadbalkanker. Afhankelijk van de weefseloorsprong geven de tumorcellen verschillende van deze stoffen af.

    De algemene regel voor tumormarkers is dat een toename van hun concentratie in de bloed geeft tumoractiviteit aan. Als deze niveaus in de loop van de tijd blijven stijgen, moet worden uitgegaan van een progressie van zaadbalkanker. Zo zijn tumormarkers bij zaadbalkanker belangrijk voor Grensverkeer de progressie van de ziekte en voor het beoordelen van het succes van de therapie.

    Begin chemotherapie or radiotherapiede tumormarkers kunnen ook toenemen, maar dit is waarschijnlijk een positief teken, aangezien het de dood van tumorcellen aangeeft, wat leidt tot een verhoogde afgifte van deze stoffen in de bloed. De belangrijkste markers bij zaadbalkanker zijn afa-fetoproteïne (AFP) en humaan choriongonadotrofine (HCG) voor niet-seminomen en placenta alkalische fosfatase (PLAP) voor het seminoom. Een tumormarker bepaling alleen is nooit voldoende voor de bepaling van een weefseltype, aangezien dit onderzoek niet specifiek genoeg is.

    Het is alleen indicatief in combinatie met de andere diagnostische tests.

De afwezigheid van een zaadbal kan psychologisch erg problematisch zijn voor mannen, ook al betekent dit medisch gezien geen enkele invloed op de potentie of vruchtbaarheid. Daarom is er de mogelijkheid om het verlies op zijn minst cosmetisch te compenseren door er een plastic kunstmatige testikel in te steken het scrotum bij een tweede operatie nadat de operatiewond is genezen. Dus noch optisch noch door aanraking is het voor medische leken herkenbaar dat een zaadbal is verwijderd.

  • Chirurgische diagnostiek: een operatie voor zaadbalkanker is zowel een therapeutische als een diagnostische maatregel. Bij deze procedure wordt altijd de aangetaste zaadbal verwijderd en wordt er met een kleine incisie een monster uit de andere zaadbal genomen, omdat de kans klein is dat de kanker tegelijkertijd in beide zaadballen zal optreden (ongeveer 1%).

    In de meeste gevallen wordt de zaadbal die door de tumor is aangetast, verwijderd via een kleine incisie in de lies. Het scrotum blijft daarom ongedeerd. Bij een onduidelijke diagnose, bijvoorbeeld een knobbeltje zichtbaar in echografie, waarvan de maligniteit niet met zekerheid kan worden vastgesteld, wordt eerst de zaadbal blootgelegd en nader onderzocht.

    Daarnaast voert de patholoog tijdens de operatie een histologisch onderzoek uit van een monster van de betreffende knoop. Daarna wordt besloten of de zaadbal kan worden bewaard of dat verwijdering noodzakelijk is. Afhankelijk van of lymfeklieren in de lies of ook in het gebied van de sleutelbeen of in de buikholte worden aangetast, deze worden ook tijdens de operatie verwijderd.

    De verwijderde zaadbal en, indien nodig, de lymfeklieren en weefselmonsters worden naar de afdeling pathologie gestuurd voor onderzoek en evaluatie onder een microscoop. De bevindingen van de patholoog worden een paar dagen later gedaan. Pas dan is duidelijk om welk type zaadbalkanker het gaat, hoe kwaadaardig en gevorderd het is en hoe het dienovereenkomstig kan worden behandeld.