Craniomandibulaire disfunctie: diagnose

Craniomandibulaire disfunctie is tot op heden relatief onbekend, waardoor klachten die wijzen op CMD vaak niet te koppelen zijn aan CMD, wat een uitgebreide diagnostiek des te belangrijker maakt.

Klinische functionele analyse

Het is niet mogelijk om aandoeningen in de craniomandibulair systeem zonder functionele analyse. Verdere stappen kunnen worden afgeleid uit de resultaten van een klinische functionele analyse, zoals instrumentele functionele analyse of het gebruik van consultatieve of beeldvormende procedures.

Klinische functionele analyse omvat de volgende onderzoeksmethoden:

  • Inspectie (bezichtiging)
  • Palpatie (palpatie)
  • Auscultatie (luisteren)

Het geeft informatie over wijzigingen in de volgende structuren:

  • Harde tandweefsels
  • Occlusie (tandcontacten)
  • Parodontium (parodontaal apparaat)
  • Masticerende en ondersteunende spieren
  • Temporomandibulaire gewrichten

Instrumentele functionele analyse

Om het afsluiting (tandcontacten) is een instrumentele functionele analyse noodzakelijk. De analyses worden uitgevoerd op de gips model en laat toe om conclusies te trekken over het voorwaarde van het spierstelsel en temporomandibulair gewrichten.

Aan de hand van de resultaten is te achterhalen of er sprake is van aandoeningen.

Beeldvormende technieken

Voor een duidelijke diagnose moeten beeldvormende middelen niet achterwege blijven; hier bestaan ​​de volgende mogelijkheden.

Röntgen-technologie

  • Transcraniële röntgentechniek
  • Panoramische tomografische beeldvorming
  • Laterale tomografie
  • Computertomografie (CT)
  • Arthrografie

Overige opties

  • Magnetische resonantie beeldvorming (MRI)
  • sonography
  • arthroscopy

In de loop van een functionele analyse, panaroma-beeldvorming, magnetische resonantiebeeldvorming en computertomografie en artroscopie zijn van groot belang.

Consiliaire procedures

Oorzaken van CMD omvatten ook niet-tandheelkundige factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij het stellen van een diagnose.

Er kunnen psychologische factoren zijn en er moet duidelijk worden gemaakt of en in welke mate deze betrokken zijn of waren bij het ontstaan ​​van CMD. Hetzelfde geldt voor orthopedische invloeden, zoals een slechte houding of een verkeerde uitlijning.

Een specialist moet deze factoren controleren.

Een methode om de wervelkolom te onderzoeken is een 3D-meting van de wervelkolom - dit geeft informatie over anatomische veranderingen in de rug en wervelkolom zonder blootstelling aan straling. Bovendien legt de meetmethode de onderlinge relaties van de wervelkolom, het bekken en de rug vast, waardoor een nauwkeurig beeld ontstaat van de statica van het lichaam.