Diagnose | Zwakte van de hartspier

Diagnose

De diagnose myocardinsufficiëntie wordt gesteld door een arts op basis van verschillende onderzoeken. Door de patiënt te ondervragen en de symptomen te beschrijven die typisch zijn voor de ziekte, kan de arts al aanwijzingen krijgen over cardiale gebeurtenissen. In de daaropvolgende fysiek onderzoek, indicaties kunnen meestal ook worden gevonden. De arts kan het opmerken been oedeem, verstopt nek aders, ascites, een pols die te snel is (tachycardie) en een vergroot lever.

Als u naar de patiënt luistert, kunnen reuzen boven de longen worden opgemerkt door longoedeem, evenals een derde hartslag. Vooral baanbrekend voor diagnostiek is de ultrageluid onderzoek van de hart- (echocardiografie). Hier kan de arts de hart- en controleer de vorm en functionaliteit. Vergroot hart- kamers, verdikte hartspierwanden of disfunctioneel hartkleppen zou opvallen in echocardiografie. Hetzelfde geldt voor het onderzoek van de patiënt bloed, waar onder andere suiker en nier waarden kunnen worden onderzocht.

Therapie

Voor de behandeling van myocardinsufficiëntie is het belangrijk dat risicofactoren die tot de ziekte leiden of deze in stand houden, worden geëlimineerd of goed worden aangepast. Dit omvat noodzakelijkerwijs een aanpassing van de levensstijl. Patiënten moeten hun gewicht normaliseren, minder dan 2 liter per dag drinken om het hart te ontlasten, weinig zout consumeren, alcohol vermijden en nicotine als dat mogelijk is.

In de vroege stadia van de ziekte, licht lichamelijk uithoudingsvermogen training wordt aanbevolen. In de late stadia zou dit het zieke hart te zwaar belasten en zou het geen enkel voordeel meer opleveren, dus fysieke rust zou daar de belangrijkste prioriteit moeten zijn. Daar hebben de meeste patiënten niet alleen last van zwakte van de hartspier, maar ook andere hart- en vaatziekten hebben, bloed druk moet goed worden aangepast. Coronaire hartziekte als oorzaak van hartfalen moeten regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig moet een interventie worden uitgevoerd. Als er een onderliggende hartklepaandoening is, moet deze operatief worden behandeld, afhankelijk van de ernst ervan.

Prognose

De prognose van hartinsufficiëntie hangt voornamelijk af van de ernst ervan. Als de ziekte in een vroeg stadium wordt ontdekt en vroegtijdig en adequaat wordt behandeld, kunnen patiënten vaak een grotendeels onbeperkt leven leiden. In de late stadia is de ziekte vaak zo ver gevorderd dat zelfs met medicamenteuze therapie de kwaliteit van leven nog steeds ernstig wordt beperkt.

Levensverwachting met hartfalen kan sterk variëren van patiënt tot patiënt. Het hangt sterk af van de randvoorwaarden die de patiënt met zich meebrengt. De leeftijd en levensstijl van de patiënt, evenals de ernst van de ziekte en bijkomende ziekten, zijn belangrijke factoren. Patiënten die lijden aan zeer gevorderde hartfalen en ook andere cardiovasculaire ziekten of andere aandoeningen hebben die eerder sterven dan patiënten met vroeg hartfalen zonder andere aandoeningen. Gemiddeld overlijdt de helft van de patiënten binnen vier jaar na diagnose, hoewel de spreiding erg groot is vanwege de verschillende ziektekenmerken en bijkomende ziekten.