Diagnose | Ontsteking van de hartspier

Diagnose

Om de diagnose "hartspierontsteking" te bevestigen, kunnen verschillende onderzoeken nodig zijn:

  • Anamnese: Eerst wordt de patiënt gevraagd naar zijn huidige klachten en zijn eerdere klachten medische geschiedenis. Op de voorgrond staan ​​hier bijvoorbeeld recent ervaren griepachtige infecties of koortsaanvallen
  • Rust-ECG: afwijkingen kunnen een indicatie zijn van myocarditis
  • Bloed testen: Kenmerkend zijn bijv. verhoogde ontstekingswaarden en speciale hartspier-enzymen
  • Echocardiografie: een verminderde hartfunctie kan zichtbaar worden gemaakt
  • Beeldvormende technieken: röntgenfoto's of hart-MRI geven een overzicht van de omvang van de ontsteking
  • Biopsie: in bijzonder ernstige gevallen kan een klein weefselmonster uit het hart nodig zijn

In veel gevallen is een ontsteking van de hart- spier leidt tot verhoogde niveaus van ontsteking in de bloed. Deze omvatten CRP (C-reactief proteïne), BSG (bloed celsedimentatiesnelheid) en leukocyten (witte bloedcellen).

De genoemde waarden hoeven echter niet per se verhoogd te zijn! Omgekeerd vormen verhoogde ontstekingswaarden alleen niet voldoende bewijs voor een diagnose. Bovendien weerspiegelen de niveaus van CRP, BSG en leukocyten niet de ernst van myocardiale ontsteking.

Vooral in de beginfase een toename van het hart enzymen in het bloed kan nog steeds vaak worden gemeten: Als de hart- spier wordt beschadigd door bijvoorbeeld een ontsteking, het geeft grotere hoeveelheden van het enzym vrij creatine kinase-MB (CK-MB). Het enzym creatine kinase wordt ook in andere vormen aangetroffen, waaronder de hersenen en skeletspier. Om een ​​meer precieze verklaring te kunnen afleggen, de troponine De T / 1-concentratie in het bloed wordt daarom vaak gemeten.

troponine-T / 1 is een eiwit dat normaal van binnen wordt aangetroffen hart- spiercellen. Als de cellen beschadigd zijn, komt het vrij in het bloed en kan het daar worden opgespoord. Onlangs zogenaamde myocardiale antilichamen kan ook worden vastgesteld in verdachte gevallen van hartspierontsteking.

Deze zijn klein, endogeen eiwitten die kunnen worden opgespoord, vooral in gevallen van virale oorzaken. Bovendien kan het bloed worden onderzocht op individuele, ziekteverwekkende virussen (bijv. Coxsackie A + B, invloed A + B, adeno-, hepatitis-, herpes-, of polio virussen). Door middel van een elektrocardiogram (ECG) kunnen uitspraken worden gedaan over ritme, activiteit, frequentie en type locatie van het hart.

In principe kan elk type ritmestoornis optreden in het geval van hartspierontsteking, afhankelijk van welk deel van het hart is aangetast. Ze worden daarom ook wel niet-specifiek genoemd. Waarneembare veranderingen in het ECG kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Supraventriculaire extrasystolen: klopt buiten of naast het normale hartritme, afkomstig uit het atrium
  • Ventriculaire extrasystolen: klopt buiten of naast het normale hartritme
  • Tachycardie: hartslag hoger dan 100 slagen / minuut
  • Aritmieën: Atriale fibrillatie, v-fib.

    Kenmerkend is een onregelmatige, meestal te snelle (tachycardische) hartslag. Afhankelijk van waar de oorzaak van de onregelmatige frequentie ligt, wordt onderscheid gemaakt tussen ventriculair en atriumfibrilleren

  • Verlaging van de T-as, verandering van ST-segment: Als de T-golf of ST-segment verandert in het ECG, kan dit een indicatie zijn van een verminderde bloedstroom (ischemie) in delen van het hart

Een MRI van het hart is bijzonder geschikt om de ernst van een hartspierontsteking te karakteriseren. De eerste indicaties zijn stoornissen in de beweging van de muur en beperkingen van de pompfunctie.

Door middel van een MRI kan de contractiekracht, dat wil zeggen de kracht waarmee de hartspier samentrekt, worden weergegeven. Dit levert waardevolle informatie op over het functioneren van de spieren. Hoe beperkter de pompfunctie is, hoe groter de ontsteking van de hartspier. Een verdere beoordeling van myocardiale ontsteking kan worden gemaakt door een hartoedeem af te beelden. Deze waterretentie is ook bijzonder goed zichtbaar op de MRI