Diagnose | Fructose-intolerantie

Diagnose

De diagnose van intestinaal fructose-intolerantie of malabsorptie wordt voornamelijk gedaan door middel van een ademtest. Na orale inname van fructosewordt de uitgeademde waterstof met regelmatige tussenpozen bepaald. De waterstof vervult de functie van een marker, waarmee een uitspraak kan worden gedaan over het darmmetabolisme fructose.Als het vastend waarde van waterstof stijgt tot meer dan 20 ppm (parts per million) en tegelijkertijd worden klachten in het maagdarmkanaal aangegeven, de kans op een fructose-intolerantie is hoog.

Ook een voedingsprotocol van een week kan het vermoeden onderbouwen. Als de erfelijke vorm van fructose-intolerantie is geïndiceerd, kleine weefselmonsters worden genomen uit de darm, lever en nier. Deze worden vervolgens onderzocht op enzymdeficiëntie.

Als de zogenaamde fructose-1-fosfatealdolase ontbreekt, er is een erfelijke stofwisselingsziekte aanwezig. Fructosemie wordt in de meeste gevallen bij toeval vastgesteld. De betrokkenen merken vooral de frequent urineren.

Gerichte diagnostische tools bestaan ​​niet. Bij deze vorm van fructose-intolerantie zijn geen behandelingsmaatregelen nodig. Een beproefde methode om intestinale fructose-intolerantie of malabsorptie op te sporen, is de H2-ademtest.

Als de fructose niet kan worden opgenomen in de dunne darm, gaat het over in de dikke darm. De bacteriën daar gevestigd verwerken tot waterstof, kooldioxide en vetzuren met een korte keten. De uitgeademde waterstof dient als diagnostisch middel.

Door de waardestijging na orale inname van fructose kunnen conclusies worden getrokken over het metabolisme in de darm. Volwassenen drinken een kwart liter water waarin 25 gram fructose is opgelost. Kinderen krijgen een op het gewicht afgestemde hoeveelheid fructose, wat overeenkomt met één gram fructose per kilogram lichaamsgewicht.

Voordat u de suikeroplossing drinkt, moet de vastend waarde van uitgeademde waterstof wordt eerst bepaald. Dit zou idealiter ongeveer 0 ppm (delen per miljoen) moeten zijn en is sterk afhankelijk van mondhygiëne. Na inname van fructose wordt de waarde elke 10 minuten en vervolgens elke 30 minuten bepaald.

De metingen beslaan een totale periode van ongeveer 3 uur. De test wordt als positief beschouwd als, naast darmklachten (krampen, diarree, winderigheid), wordt een toename tot meer dan 20 ppm vanaf de oorspronkelijke waarde gemeten. Een vroege toename van de waterstofwaarde kan wijzen op bacteriële kolonisatie van de dunne darm.