Prothetische aanpassing

Psychische problemen na amputatie

Amputaties in de armregio veroorzaken grotere functionele en psychische stoornissen dan die in de onderste extremiteit. Het is ook moeilijker om een ​​optimale prothese te geven, aangezien de eisen aan mobiliteit niet op dezelfde manier kunnen worden vervuld door de prothese als aan stabiliteit. Hoe groter het verlies van een ledemaat, hoe vaker de arm geamputeerd de prothetische aanpassing niet accepteert.

In het geval van eenzijdige amputatie op schouderhoogte (schouderdisarticulatie) wordt de prothese meestal afgestoten. De belangrijkste taak van prothesen van de bovenste extremiteit is het overnemen van de grijpfunctie, maar zonder de feedback via sensatie (gevoeligheid) die hiervoor van belang is. Een zekere sensorische feedback, dat wil zeggen het waarnemen van prikkels, kan met conventionele prothesen worden bereikt door de krachtoverbrengende delen.

Bij actieve grijparmen kan de kracht via een trekkoord van een verband op het handdeel worden overgebracht. Deze mogelijkheid bestaat natuurlijk niet bij elektrisch aangedreven powerprotheses, deze worden gekenmerkt door gunstiger cosmetica dan door een goede werking. Als alleen aan de cosmetische behoeften moet worden voldaan, zijn er ook sieradenhanden of sieradenarmen beschikbaar.

Een onmisbare, zij het functioneel slechte, prothetische aanpassing voor bilaterale schouderdisarticulatie, zoals deze kan optreden na een explosieletsel, is essentieel om een ​​voldoende functioneel resultaat te bereiken. Het probleem van de rotatiestabiele (rotatiestabiele) prothese is in het bijzonder acuut bij bovenarmamputaties, aangezien de protheseschacht vaak slechts moeilijk gestabiliseerd kan worden op de cilindrische bovenarmdoorsnede. In sommige gevallen zijn chirurgische maatregelen nodig, zoals het buigen van het buitenste (distale) uiteinde van de stomp bij lange bovenarmstompen om fixatie te vergemakkelijken. Actieve grijparmen hebben in dit geval de voorkeur:

Onderarmprothese

Daarentegen is een myo-elektrische prothese bijzonder geschikt voor a onderarm amputatie, vooral als de mogelijkheid om de onderarm wordt onderhouden. Dit zijn krachtprothesen waarbij elke samentrekking van de spieren op de huid een elektrische spanning genereert die wordt gebruikt om deze elektrische prothese aan te sturen. De Krukenberg-techniek wordt beschouwd als een alternatief voor de behandeling van lang onderarm stronken, waarbij de ellepijp en de straal op een schaarachtige manier van elkaar zijn gescheiden met een mantel van zacht weefsel, waardoor een grijpfunctie behouden blijft met behoud van de gevoeligheid tussen de twee botten. Prothetische restauraties zijn niet mogelijk in de handregio. De meest waarschijnlijke opties hier zijn chirurgische, herstellende (reconstructieve) maatregelen om de hand op te bouwen als hulpmiddel of om de grijpfunctie te verbeteren door middel van teen transplantatie.