Diagnose | Autisme

Diagnose

De diagnose wordt alleen gesteld op basis van de symptomen die het kind vertoont. Er zijn geen specifieke tests om te detecteren autisme omdat de kinderen “leven zoals in een andere wereld”. Daarom moeten tests waarbij de kinderen betrokken zijn, worden vermeden.

De reden hiervoor is dat autisme wordt vaak pas gediagnosticeerd in kleuterschool, ook al is het al bij de geboorte aanwezig. Het ouderonderzoek speelt een belangrijke rol. Ze weten het beste hoe hun kind zich normaal gedraagt ​​en welke afwijkingen het vertoont.

De diagnose van een mogelijk hoogbegaafdheid is nauwkeuriger gedefinieerd. Omdat de symptomen van autisme kan divers zijn en in verschillende mate van ernst of zwakte, de diagnose autisme is niet gemakkelijk te stellen. Om deze reden gebruiken artsen en specialisten speciale tests wanneer autisme wordt vermoed.

Ten eerste worden verschillende intelligentietests gebruikt. In de meeste gevallen wordt autisme geassocieerd met mentale retardatie en spraakstoornissen. Vooral vroeg jeugd autisme wordt geassocieerd met verminderde intelligentie.

Deze tests zijn specifiek de Hamburger-Wechsler-Test voor kinderen en de Hannover-Wechsler-Test voor de voorschoolse leeftijd voor kinderen van 2-6 jaar. Andere tests worden ook gebruikt voor taalontwikkeling. Als deze tests abnormaal zijn, zijn er nog twee speciale tests voor autisme om het vermoeden te bevestigen.

De specialisten gebruiken de Diagnostische Observatieschaal voor Autistische Stoornissen (ADOS) en het Diagnostisch Interview Autisme (ADI-R). In de ADOS-test wordt het sociale interactie-, communicatie- en speelgedrag van het kind en de volwassene geobserveerd en geclassificeerd. Er zijn verschillende modules voor deze test, die afhankelijk van de leeftijd kunnen worden gebruikt.

Het is een test die standaard wordt gebruikt wanneer autisme wordt vermoed. In de ADI-R-test worden de ouders of andere belangrijke zorgverleners van het kind of de volwassen patiënt geïnterviewd. De personen worden bij afwezigheid van het kind ondervraagd over afwijkingen in communicatie, taalontwikkeling, sociaal gedrag, ontwikkeling, interesse en speelgedrag.

De test kan in totaal tot 4 uur duren. Om een ​​lichamelijke ziekte uit te sluiten, worden de kinderen of volwassenen ook lichamelijk onderzocht. Dit omvat bijvoorbeeld een gehoortest, een oogtest, EEG of MRT.

Therapie

Oudertraining is vooral belangrijk bij therapie, die een groot deel van de therapie in beslag neemt. Er is geen genezende therapie tegen de erfelijke ziekte autisme. Psychiatrische of psychosomatische zorg speelt een belangrijke rol.

Gedragstherapie is hierbij bijzonder belangrijk. Voor de therapie van autisme wordt het beloningssysteem gebruikt. Gewenst gedrag wordt beloond.

In het geval van zogenaamd auto-agressief gedrag (bijv hoofd tegen de muur) kan daar behoefte aan zijn straf. Straf betekent in dit geval bijvoorbeeld dat u uw favoriete speeltje wegneemt. Dergelijke maatregelen mogen alleen in uitzonderlijke gevallen worden toegepast.

Autistische kinderen hebben een zeer stabiele gezinsstructuur nodig en een omgeving die niet verandert. Op het buitensporige gedrag van het kind moet bijvoorbeeld direct en adequaat worden gereageerd. Afhankelijk van welke gebieden bijzonder onderontwikkeld zijn, hebben deze speciale ondersteuning nodig (motor leren bij kinderen met een vrij zwakke motoriek).

Psychotherapeutische geneesmiddelen kunnen worden gebruikt, maar alleen bij ernstige ziekteprogressie met bijvoorbeeld zelfbeschadiging. Deze medicijnen worden normaal gesproken gebruikt bij schizofrene patiënten. sulpiride en risperidon, die de serotonine niveaus in de bloed, moet hier worden vermeld.

Bij sommige kinderen kan dit hun gedrag en mentale vermogens verbeteren. Geneesmiddelen die specifiek voor autisme zijn ontwikkeld, zijn nog niet beschikbaar. Autisme is geen geneesbare ziekte, het kan alleen worden geprobeerd om de symptomen te verminderen.