Delirium

Delir (Latijn delirare = krankzinnig zijn of de lira ire = ontsporen of ontsporen; ICD-10-GM F05.-: Delirium niet te wijten aan alcohol of andere psychotrope stoffen; ICD-10-GM F10.4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen door alcoholontwenningssyndroom met delirium; ICD-11-GM F10.4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen door opioïdenontwenningssyndroom met delirium; ICD-10-GM F12. 4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen door cannabinoïden, ontwenningssyndroom met delirium; ICD-10-GM F13.4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen als gevolg van sedativa of hypnotica, ontwenningssyndroom met delier; ICD-10-GM F14. 4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen als gevolg van cocaïneontwenningssyndroom met delirium; ICD-10-GM F15.4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen als gevolg van andere genotmiddelen, waaronder cafeïneontwenningssyndroom met delirium; ICD-10-GM F16.4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen als gevolg van hallucinogenen, ontwenningssyndroom met delier; ICD-10-GM F17.4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen als gevolg van tabakontwenningssyndroom met delirium; ICD-10-GM F18. 4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen door vluchtige oplosmiddelen, ontwenningssyndroom met delier; ICD-10-GM F19.0: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen door meervoudig middelengebruik en gebruik van andere psychotrope middelen, Acute intoxicatie [acute intoxicatie]; ICD-10-GM F19.1: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen als gevolg van meervoudig middelengebruik en gebruik van andere psychotrope stoffen, Schadelijk gebruik; ICD-10-GM F19. 2: Geestelijke en gedragsstoornissen veroorzaakt door meervoudig middelengebruik en gebruik van andere psychotrope middelen, afhankelijkheidssyndroom; ICD-10-GM F19.3: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen veroorzaakt door meervoudig middelengebruik en gebruik van andere psychotrope middelen, ontwenningssyndroom; ICD-10-GM F19.4: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen veroorzaakt door meervoudig middelengebruik en gebruik van andere psychotrope stoffen, ontwenningsverschijnselen met delier) verwijst naar een acute staat van verwarring. Er is een relatief acute afname van de cognitie. Delir kan worden veroorzaakt door veel verschillende ziekten en door verschillende stoffen, zoals alcohol or drugs​ Delir komt relatief vaak voor voorwaarde, komt voor bij meer dan 80% van de ziekenhuispatiënten, afhankelijk van de oorzaak en het cliënteel. Bij intensive care-patiënten is het de meest voorkomende acute psychiatrische aandoening. Bij maximaal een derde van de getroffenen wordt de diagnose delier echter niet herkend. In de poliklinische setting komt delier vooral voor in verpleeginstellingen en bij prefinale patiënten. Men kan de volgende vormen van delirium onderscheiden volgens de ICD-10-GM-code:

  • Delirium zonder dementie (ICD-10-GM F05.0).
  • Delirium met dementie (ICD-10-GM F05.1)
  • Andere vormen van delirium (ICD-10-GM F05.8)
    • Delirium met gemengde etiologie
    • Postoperatief delir
  • Delirium niet gespecificeerd (ICD-10-GM F05.9)
  • Psychische stoornissen en gedragsstoornissen door verschillende stoffen met ontwenningssyndroom met delier (ICD-10-GM F10.4-ICD-10-GMF19.4)

Hypoactief delir kan worden onderscheiden van hyperactief delir:

  • Hypoactief delier - gekenmerkt door gebrek aan beweging, lethargie, slaperigheid (getroffen persoon is slaperig maar reageert op externe prikkels zoals reageren) en weinig spontaan contact; vooral bij opiaatvergiftiging; bij oudere patiënten is dit de meest voorkomende vorm
  • Hyperactief delirium - gekenmerkt door psychomotorische agitatie tot agitatie, agitatie (morbide rusteloosheid), verhoogde prikkelbaarheid (verhoogde prikkelbaarheid), angst, hallucinaties en vegetatieve tekenen; vooral bij alcoholontwenning

Delirium kan enkele uren tot maanden duren. Op operationeel gebied moet onderscheid worden gemaakt tussen:

Delirium tremens (delirium van alcoholontwenning) kan worden geclassificeerd als een speciale vorm:

  • predelir (alcoholopname syndroom).
  • Een compleet delirium
  • Levensbedreigend delir

Geslachtsverhouding: mannen hebben meer kans op delirium op oudere leeftijd door toegenomen alcoholmisbruik (alcoholmisbruik). Frequentiepiek: van 65-jarigen, ongeveer 20% aanwezig met delier bij ziekenhuisopname. De prevalentie (ziekte-incidentie) varieert van 14-56% bij gehospitaliseerde patiënten (in Duitsland). Verloop en prognose: Het beloop en de prognose zijn afhankelijk van de oorzaak van het delier. Bij toenemende leeftijd gaat delier gepaard met een significant hogere mortaliteit (aantal sterfgevallen ten opzichte van het aantal in de betreffende populatie) van 10-65% (vergeleken met niet-ijlende patiënten van dezelfde leeftijd).