Cerebellum | Achterhersenen

Cerebellum

Cerebellum De cerebellum ligt in de fossa posterior onder de occipitale lob en hecht zich aan de hersenen komen van achteren. Het is verdeeld in twee hemisferen en een centraal deel, de cerebellum (Vermis cerebelli). Het kan ook worden onderverdeeld in cerebellaire merg (binnenkant) en cerebellaire cortex (buitenkant). De cerebellaire cortex bevat drie lagen cellen: de moleculaire laag, de Purkinje-cellaag en de granulecellaag (van buiten naar binnen).

De cerebellum is verbonden met de hersenen stam door drie zogenaamde cerebellaire steeltjes, de bovenste, middelste en onderste (pedunculus cerebelli superior, medius en inferior). Tussen het voorste deel van het cerebellum en het achterste deel van pons en medulla oblongata ligt het vierde ventrikel gevuld met cerebrospinale vloeistof (liquor). Vier zenuwcel kernen bevinden zich aan elke kant van de cerebellaire medulla.

De nucleus fastigii, nucleus globosus, nucleus dentatus en nucleus emboliformis. In deze kernen wordt informatie over zenuwcellen ontvangen, omgeschakeld en verzonden. Zo speelt het cerebellum een ​​centrale rol bij het afstemmen van bewegingen.

Het verandert de "grove motoriek" die door de motocortex in de hersenschors wordt geïnitieerd in fijne motoriek, om zo te zeggen. Het cerebellum krijgt hier veel informatie over. Onder andere zenuwvezels uit de spinal cord, de hersenschors, de hersenen stam en de evenwichtsorganen lopen in het cerebellum.

Deze zenuwvezels lopen in de drie bovengenoemde cerebellaire steeltjes. Na het verwerken en coördineren van de informatie, stuurt het cerebellum zijn “herziene versie” naar de thalamus, het reticulaire formaat, de nucleus ruber in de middenhersenen en zenuwcel kernen verantwoordelijk voor evenwicht (vestibulaire kernen). Naast het besturen en verfijnen van motorische functies, lijkt het cerebellum ook een belangrijke rol te spelen bij het opslaan van bewegingspatronen die eenmaal zijn geleerd en in de loop van de tijd zijn geautomatiseerd.

Ook wordt besproken of het cerebellum ook een rol speelt bij cognitieve processen zoals gedrag en affect. Qua functie kan het cerebellum verder worden onderverdeeld in drie verschillende secties. De vestibulocerebellum is voornamelijk verantwoordelijk voor evenwicht, oprechtheid en coördinatie van oogbewegingen.

Het spinocerebellum is verantwoordelijk voor staan ​​en lopen. De Pontocerebellum is de fijne regelaar voor de gehele motorische functie. Of het nu gaat om de greep van een koffiekopje, de pincetgreep of piano spelen.

Laesies in het cerebellum leiden soms tot relatief karakteristieke bevindingen. Het meest typische symptoom is cerebellaire ataxie. Dit is te zien bij zitten, staan ​​of lopen.

Zonder ondersteuning is het niet meer mogelijk om stevig rechtop te zitten of te staan, het looppatroon is breedbenig (brede aanzet) en schokkerig, het lijkt grove motoriek en onhandig. Andere neurologische symptomen zijn relatief kenmerkend voor een laesie van het cerebellum, ze kunnen worden opgespoord door eenvoudige klinische onderzoeken: tremor is een tremor (trillen) die meer uitgesproken wordt als het wijzen vinger nadert het doel. Het kan worden getest door de index van de patiënt mee te nemen vinger zijn eigen neus-.

Indien de vinger zwaait steeds ritmischer naarmate het dichter bij de neus-, dit is een indicatie van een intentie tremor. Een andere test voor de diagnose van een cerebellair probleem is een snelle afwisseling van tegengestelde bewegingen, zoals het draaien van de hand zodat eerst de handpalm en daarna de handrug bovenop ligt. Als dit niet mogelijk is of duidelijk hapert en moeilijk is, wordt dit dysdiadochokinese genoemd, dwz het onvermogen om snelle alternatieve (antagonistische) bewegingen te maken.

Een andere indicatie van cerebellaire schade is het zogenaamde rebound-fenomeen. Hier pakt de arts die van de patiënt onderarm gebogen in het ellebooggewricht en trekt het naar zich toe terwijl de patiënt wordt gevraagd zich eraan vast te houden. Als de dokter nu plotseling loslaat, kan de patiënt niet snel genoeg gecoördineerd reageren en de zijne slaan onderarm in het gezicht.

Dit wordt door de arts voorkomen door een veiligheidshandgreep. Schade aan het cerebellum vertoont dus vrij typische symptomen, die aanvankelijk zonder veel moeite kunnen worden gedetecteerd in het klinisch-neurologische leven van alledag.