Callus: structuur, functie en ziekten

Wanneer een bot is gebroken, a eelt vormen als de breuk geneest. Dit weefsel verstarren na verloop van tijd en zorgt voor volledig herstel van functie en stabiliteit. Onder bepaalde voorwaarden breuk genezing kan pathologisch zijn en kan verschillende complicaties met zich meebrengen.

Wat is het eelt?

De term eelt is afgeleid van het Latijnse woord callus ("callus", "dik huid​ Deze term staat voor nieuw gevormd botweefsel na a breuk​ Littekenweefsel vormt zich aanvankelijk op de breukplaats en overbrugt de breukspleet. Geleidelijk aan, de eelt verstarren en vormt nieuw botweefsel. De termen botcallus of ‘'callusfractuur' 'worden vaak als synoniemen gebruikt. Bij botgenezing wordt onderscheid gemaakt tussen een primair en een secundair genezingsproces. Alleen secundaire botvorming resulteert in callusvorming, die na enkele dagen tot weken radiografisch zichtbaar kan worden gemaakt. Afhankelijk van de fase van botgenezing worden verschillende vormen van callus onderscheiden: callus gemaakt van puur bindweefsel wordt myelogene, periostale of endostale callus genoemd, afhankelijk van het type bindweefselvorming. Als dit stolt door de incorporatie van calcium, het is een voorlopige callus of tussenliggende callus. Kort voor volledige genezing vormt zich benige callus, die in de loop van de tijd wordt gemodelleerd en afgebroken.

Anatomie en structuur

Afhankelijk van de fase van botgenezing, vormt zich callus uit verschillende weefsels. Fibrocartilagineuze callus bestaat uit strak bind- en kraakbeenweefsel en verbindt voorlopig de fractuuruiteinden. Dit weefsel wordt tijdens endochondraal omgevormd tot geweven bot ossificatie​ In tegenstelling tot lamellair bot, is dit een onrijpe vorm van bot waarin de collageen vezels van de botmatrix lopen niet in een bepaalde richting maar kriskras door elkaar. Pas in de laatste fase van het genezingsproces worden de vezels van de botmatrix parallel uitgelijnd, wat resulteert in een belastend lamellair bot. De callus, die aanvankelijk kraakbeenachtig was en bindweefsel-achtig, is op dit punt volledig verstard.

Functie en taken

Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire botgenezing. De primaire botgenezing verloopt via de kanalen van Havers. Dit zijn kanalen in de botcortex die bevatten bloed schepen en zenuwvezels. De functie van de Haversiaanse kanalen is om het bot van voedingsstoffen te voorzien en prikkels door te geven. Als de breedte van de breukspleet minder is dan een millimeter en het buitenste periosteum nog intact is, capillair-rijk bindweefsel wel groeien in de breukspleet door de Haversiaanse kanalen. Cellen uit het binnenste en buitenste periosteum worden zo opgenomen en opnieuw gemodelleerd dat het draagvermogen van het bot na ongeveer drie weken hersteld is. Secundaire fractuurgenezing vindt plaats wanneer de opening tussen de botdelen te groot is of de fractuuruiteinden enigszins zijn verplaatst. Secundaire genezing met callusvorming is ook nodig als beweging tussen de fractuurdelen mogelijk is. Secundaire fractuurgenezing vindt plaats in vijf fasen. Eerst wordt er kracht op het bot uitgeoefend, wat de botstructuur vernietigt en resulteert in de vorming van een hematoom (blessurefase). In de daaropvolgende ontstekingsfase vallen macrofagen, mestcellen en granulocyten de hematoom​ Gelijktijdig met het uitvallen van de hematoomworden botvormende cellen gevestigd. Na vier tot zes weken is de ontsteking verdwijnt en de granulatiefase vindt plaats. Nu wordt een zachte callus gevormd uit fibroblasten, collageen en haarvaten. In het periosteum wordt nieuw botweefsel opgebouwd. In de vierde fase (verharding van callus) verhardt de zachte callus en mineraliseert het nieuw gevormde weefsel. Na ongeveer drie tot vier maanden is het fysiologische draagvermogen hersteld. In de laatste fase (remodelleringsfase) wordt de oorspronkelijke botstructuur met medullaire holte en Haversiaanse kanalen voor de toevoer van voedingsstoffen hersteld. Secundaire botgenezing kan zes maanden tot twee jaar duren. De tijdsduur is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het type bot of de leeftijd van de getroffen persoon.

Ziekten

Botgenezing verloopt niet altijd fysiologisch. Stoornissen in het genezingsproces kunnen optreden als gevolg van een gebrek aan toevoer van zuur en voedselrijk bloedBovendien is een normale anatomische positie van de botdelen met nauw contact met elkaar vereist. De mobiliteit van de twee delen moet tot een minimum worden beperkt, en permanente compressiekrachten versnellen ook de genezing van de breuk. Open fracturen kunnen het genezingsproces vertragen of onmogelijk maken als dit leidt tot infectie van het bot of de omliggende weefsels. Regelmatig nicotine consumptie en ziekten die aantasten bloed circulatie, zoals suikerziekte or osteoporose, hebben ook een negatief effect op de genezing van fracturen. Als een of meer van deze aandoeningen aanwezig zijn, kan een pathologisch beloop het gevolg zijn. Het niet vormen van de benige callus binnen de reguliere periode wordt vertraagde genezing van fracturen genoemd. Als dit langer duurt dan zes maanden, pseudartrose kan gebeuren. Dit is een extra, pathologisch gewricht in het bot. De reden hiervoor is meestal onvoldoende immobilisatie. Niet alleen een gebrek aan callusvorming, maar ook overmatige callusvorming kan dat leiden aan het voorkomen van pseudartrose​ Dit wordt veroorzaakt door overmatige compressie van de breukplaatsen, wat ook te wijten is aan onvoldoende immobilisatie. Als de fractuur zich in of nabij een gewricht bevindt, kan de beweging tijdens de genezing worden beperkt en kan vervolgens contractuur van het aangetaste gewricht optreden. In zeer zeldzame gevallen kan er schade ontstaan ​​door de vorming van eelt zenuwen en schepen dichtbij het bot door compressie.