Biopsychosociale geneeskunde: psychosomatische geneeskunde

Eerstelijns psychosomatische zorg heeft als taak het begrip van psychosomatiek en zorgen voor adequate zorg voor patiënten op dit gebied. Het heeft de claim te behoren tot de medische eerstelijnszorg en vormt hier een aanvulling op de veelal orgaan- of functiegerichte conventionele geneeskunde. Bovenal kan de psychosociale achtergrond van de ziekte beter worden begrepen door de arts en kan de patiënt holistisch worden behandeld. Het doel is het vroegtijdig opsporen en behandelen van psychische aandoeningen als deze optreden als bijkomende aandoening van somatische klachten. Sinds 2003 behoort psychosomatische basiszorg tot de medische specialismen van de algemene geneeskunde, interne geneeskunde, gynaecologie en verloskunde als permanente educatie.

Indicaties (toepassingsgebieden)

  • De eerstelijnszorg van patiënten in het kader van de behandeling van somatische klachten.
  • de behandeling van patiënten met:
    • Angststoornissen
    • Cephalgia (hoofdpijn)
    • Depressie
    • Slapeloosheid (slaapstoornissen)
    • Paniekaanvallen
    • Rugpijn
    • Pijnsyndromen

Verder biedt eerstelijns psychosomatische zorg hulp bij:

  • Het blootleggen en bemiddelen van fysieke / mentale verbindingen bij tal van ziekteprocessen.
  • Conflicten aan het licht brengen en verwerken
  • Rouwwerk
  • Ontwikkeling van strategieën om met de ziekte om te gaan
  • Partnerbegeleiding
  • Diagnose en therapie voor seksuele disfunctie

Eerstelijns psychosomatische zorg betekent een belangrijke stap vooruit in de nadruk op zowel de psychologische oorzaken van ziekte als de arts-patiëntrelatie. Zo wordt niet alleen het fysieke lijden van de patiënt behandeld, maar wordt ook rekening gehouden met de geest en de persoonlijkheid.

De procedure

In termen van psychosomatische basiszorg moet de arts in staat worden gesteld om de fysieke en emotionele toestand van de patiënt en zijn of haar relaties met zichzelf en anderen (inclusief de arts) in zijn of haar diagnose op te nemen. In wezen bestaat de eerstelijnszorg uit drie basiselementen:

  • Basisdiagnostiek - herkenning van psychologische invloeden en stoornissen of de psychosociale component van het ziekteproces.
  • Basic therapie - basale psychosomatische behandeling in een vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt.
  • Samenwerking - met het psychosociale zorgsysteem voor eventueel noodzakelijke psychotherapeutische behandeling.

In het kader van de eerstelijns psychosomatische zorg worden veel voorkomende psychische stoornissen geïdentificeerd en opgevolgd in de basisdiagnostiek, waaronder de volgende ziektegroepen:

  • Geestelijke ziekte - bijv Angst stoornissen or Depressie.
  • Functionele aandoeningen - bijv somatoforme stoornissen, hier zijn er symptomen of lichamelijke klachten zonder, wat een organische bevinding is.
  • Psychosomatische ziekten - lichamelijke ziekten waarvan de pathogenese (ziekteontwikkeling) verband moet houden met psychosociale factoren, bijv Boulimia nervosa (verslaving aan eetbuien).
  • Somatopsychische stoornissen - psychologische problemen die voortvloeien uit de ziektebeheersing van ernstig lijden (bijv. kanker).

Basic therapie is primair gebaseerd op de integratie van psychologische en somatische aspecten door middel van verbale interventie: met behulp van een systematisch gesprek worden de verbanden van het ziekteproces vastgelegd en geanalyseerd. Dit vindt uitsluitend plaats in individueel gesprek met de patiënt. Het tweede hoofdbestanddeel van psychosomatische basiszorg zijn oefeningen en suggestieve technieken. Autogene training en ontspanning therapie volgens Jacobson (progressieve spier ontspanning) worden zowel in individuele behandeling als in de vorm van groepstherapie gebruikt. Verder medisch hypnose (synoniem: hypnotherapie) behoort tot de mogelijkheden van basistherapie. Om aan deze eisen te voldoen, moet de behandelende arts een gedegen kennis hebben van de biopsychosociale ziektetheorie en deze kennis op een zinvolle manier opnemen bij het nemen van de patiënt. medische geschiedenis​ Ook de arts-patiëntrelatie speelt een belangrijke rol: door zelfreflectie moet de arts de problemen die ontstaan ​​bij de omgang met de patiënt onderkennen en zijn therapeutische vaardigheden verder ontwikkelen.