Somatoforme stoornissen

Somatoforme stoornissen (synoniemen: Anale spasmen; huid neurose; cardiovasculaire neurose; cardiale neurose; hartfobie; carcinofobie; colon neurose; nerveuze indigestie; nerveuze somatisatie; neurose; neurovegetatieve disfunctie; neurovegetatieve ontregeling; neurovegetatieve dystonie; neurovegetatieve circulatiestoornis; neurovegetatieve prostaataandoening; Pelvipathia spastica; pelvipathia vegetativa; bekken; pelvipathy-syndroom; somatisatiereactie; somatisatiestoornis; somatoform pijn wanorde; somatoforme stoornis; ongedifferentieerde somatisatiestoornis; vegetatief prostaatsyndroom; tandenknarsen (bruxisme); ICD-10 F45. -: somatoforme stoornissen) beschrijven een vorm van geestesziekte dat resulteert in lichamelijke klachten zonder lichamelijke bevindingen.

Van een somatoforme stoornis is sprake als de klachten, waarvoor geen somatische oorzaak kan worden gevonden, minimaal zes maanden aanhouden en leiden tot verminderd functioneren in het dagelijks leven.

Men kan somatoforme stoornissen onderverdelen volgens verschillende criteria, zoals:

  • Volgens de duur en / of het aantal symptomen - oligo- / polysymptomatisch.
  • Volgens de overtuiging van de ziekte / angst voor ziekte - hypochondrisch / versterkend.
  • Op type ziektegedrag zoals aantal doktersconsulten, pensioenverzoeken, etc.

De duur tot de diagnose van somatoforme stoornissen is gewoonlijk drie tot vijf jaar.

Genderverhouding: beide geslachten worden beïnvloed, maar vrouwen praten vaker over de symptomatologie.

Frequentiepiek: de aandoening komt voornamelijk voor in het derde levensdecennium. Kinderen en adolescenten kunnen ook worden beïnvloed.

De prevalentie (ziekte-incidentie) is 4-15% (in Duitsland). De levenslange prevalentie (ziektefrequentie gedurende het hele leven) wordt geschat op 80% in Duitsland. Van de gehospitaliseerde patiënten wordt ongeveer 30% getroffen.

Verloop en prognose: Symptomen zijn vaak geconcentreerd in een bepaald orgaan of systeem, bijvoorbeeld de maag (maagneurose) of de hart- (cardiale neurose). Niet zelden eindigen de symptomen spontaan (vanzelf). Bij ongeveer 10% verloopt de ziekte chronisch en leidt tot ernstige beperkingen in het dagelijks leven van de getroffen persoon. Overmatige diagnose en therapie helpen niet bij somatoforme aandoeningen. De prognose van somatoforme klachten is over het algemeen gunstig. Vrouwen lijken doorgaans een minder gunstige prognose te hebben dan mannen, en kinderen en adolescenten een gunstiger prognose dan volwassenen. Psychotherapeutisch therapie vroeg begonnen heeft de beste prognose.

Comorbiditeit (bijkomende ziekten): in de context van ernstige kuren worden somatoforme stoornissen in toenemende mate geassocieerd met Depressie, Angst stoornissen, en verslavende stoornissen.