Bindende stoornis

Introductie

Een bindingsstoornis is een aandoening die meestal voorkomt bij jeugd, waarbij er een pathologische (pathologische) relatie bestaat tussen het getroffen kind en de verzorgers, dus meestal de ouders. Dit omvat een stoornis van het vermogen tot binding en sociale interacties. Dit leidt vaak tot ongepast gedrag of gedrag dat niet bij de situatie past.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de reactieve hechtingsstoornis (geremde vorm) en de hechtingsstoornis met ontremming (ongeremde vorm). De hechtingsstoornis komt meestal voor bij kinderen in de eerste vijf levensjaren. Maar volwassenen kunnen ook last hebben van hechtingsstoornissen, die qua symptomen verschillen van de hechtingsstoornissen bij kinderen.

Oorzaken

Er zijn veel oorzaken van hechtingsstoornis. Dit zijn vaak oorzaken die binnen de eerste vijf levensjaren leiden tot een verstoring van de gehechtheid. Afhankelijk van of het een geremde of ongeremde vorm van hechtingsstoornis is, staan ​​verschillende oorzaken op de voorgrond.

Bij een reactieve hechtingsstoornis, de geremde vorm, is de oorzaak vaak traumatisch. Fysiek misbruik of verwaarlozing kan dus leiden tot een hechtingsstoornis. Seksueel misbruik in het begin jeugd kan ook een mogelijke oorzaak zijn.

Als er sprake is van een chronische ernstige ziekte waarbij veel verblijf in medische instellingen en pijnlijke onderzoeken of operaties nodig zijn, kan dit ook leiden tot een dissociatiestoornis. Geboorte trauma's of voortijdige geboorte kunnen ook mogelijke oorzaken zijn. Aan de andere kant staan ​​emotionele verwaarlozing en verwaarlozing centraal bij hechtingsstoornissen met ontremming.

Bij deze kinderen is er vaak geen referentiepersoon of slechts weinig contact met andere mensen, waardoor het onmogelijk is om te leren omgaan met een stabiele gehechtheid. . In veel gevallen kan trauma de oorzaak zijn van een hechtingsstoornis.

Er worden verschillende soorten trauma onderscheiden. De meest voorkomende vorm is lichamelijk trauma, bijvoorbeeld door ernstig lichamelijk misbruik of seksueel misbruik. Hierdoor ontwikkelt de geremde vorm vaker een dissociatiestoornis.

In sommige gevallen, voortijdige geboorte of geboortetrauma kan ook leiden tot een hechtingsstoornis. Dit laatste gaat vaak gepaard met alcohol- of drugsmisbruik door de moeder. In sommige gevallen kan er ook een hechtingsstoornis optreden tussen een moeder en haar baby of kind.

In dit geval is er een verstoorde relatie tussen de twee. Vaak is dit te verklaren door een combinatie van meerdere factoren. Dit zijn bijvoorbeeld psychische problemen of overbelasting van de moeder.

Een typisch doorslaggevend kenmerk is dat de moeder overweldigd wordt door de situatie, bijvoorbeeld door scheiding van de vader van het kind of ontevredenheid over zichzelf. Een andere mogelijke oorzaak kan een lichamelijke of geestelijke ziekte van het kind zijn. De baby of het kind wordt op zijn beurt vaak verwaarloosd door de buitensporige eisen van de moeder of kan zelfs het geweld van de moeder ervaren. Om bij een hechtingsstoornis tussen moeder en kind een behandeling te kunnen starten, moeten de verschillende aanwezige conflicten eerst in detail worden geanalyseerd om mogelijke triggers voor de hechtingsstoornis te identificeren. Zodra deze analyse is voltooid, moet worden gezocht naar een gezamenlijke langdurige moeder-kindtherapie om de relatie tussen beide te herstellen.