Studies | Vrouwelijk geslachtsorgaan

ONDERZOEK

Er zijn verschillende methoden om de vagina en de omliggende structuren te onderzoeken: manueel vaginaal onderzoek inclusief colposcopie en uitstrijkje, een onderzoek van de Douglas ruimte of een vaginoscopie wordt uitgevoerd. Een vaginoscopie is een inspectie van de vagina met behulp van een endoscoop, dit is een optisch instrument ("lichtbuis") met een aangesloten camera, die de "reflectie" van holle organen mogelijk maakt. Deze procedure wordt gebruikt bij kinderen of bij vrouwen met een zeer smalle vaginaal entree (introitus) of nog intact maagvlies.

Over het algemeen wordt deze onderzoeksmethode echter zelden gebruikt. Daarentegen is het vaginale onderzoek, dat wordt uitgevoerd door een gynaecoloog als onderdeel van kanker screening, wordt als belangrijker beschouwd. De gynaecoloog volgt min of meer een vast schema; in het begin is er het uitwendig onderzoek (inspectie) van de schaamstreek haarhuid, vulva, clitoris, vleien alsmede de entree naar de vagina (introïtus) en de uitgang van de urinebuis (ostium urethra).

Bovendien moeten patiënten onder toezicht van de arts eenmaal drukken om te controleren of er urine lekt (in het geval van stressincontinentie) of dat de baarmoeder (uterus) komt naar buiten (in het geval van descensus of verzakking). Deze inspectie wordt gevolgd door een onderzoek van de vagina met behulp van speciale instrumenten - specula. Op deze manier kan het vleien kan voorzichtig opzij worden geschoven om een ​​onderzoek van de vaginawand en de portio mogelijk te maken.

De hele procedure kan worden uitgevoerd als een eenvoudige colposcopie; dwz de vagina wordt bekeken door een microscoop (colposcoop) met een vergroting van 6 tot 40x. Deze methode wordt uitgebreide colposcopie genoemd als azijnzuur of een specifieke oplossing (Lugol-oplossing) bovendien op de portio wordt gedept om de cellen op veranderingen te onderzoeken. Bij deze procedure kan de gynaecoloog ook met een spatel en borstel een uitstrijkje van de portio en cervicale kanaal maken om een ​​cytologisch onderzoek af te ronden, ook wel een PAP-uitstrijkje genoemd, dat wordt gebruikt voor het vroegtijdig opsporen van kanker van de hals (waar poliepen kan ook zijn opgetreden als voorloper) (baarmoederhalskanker).

Indien nodig en bij klinische verdenking kan ook een ziekteverwekker worden afgenomen. De laatste stap is de bimanuele vaginale palpatie, waarbij de gynaecoloog gewoonlijk twee vingers van één hand in de vagina steekt om de positie, vorm, grootte en consistentie van de vagina, portio, te controleren. baarmoeder, eierstokken en omliggende structuren. Met de andere hand palpeert hij de vagina vanuit de onderbuik.

Indien nodig volgt eventueel een rectaal onderzoek. Bovendien wordt de diepste zak van de buikvlies, de Douglas holte, door de vagina is mogelijk. De arts kan deze ruimte palperen over het achterste deel van het vaginale gewelf (fornix) en prik indien nodig. Het uitstrijkje van de vagina laat verschillende bevindingen zien, afhankelijk van de tijd van de vrouwelijke cyclus:

  • In de proliferatiefase preovulatoir = veel parabasale cellen
  • Op het moment van ovulatie (ovulatie) = veel oppervlakkige cellen
  • In de uitscheidingsfase postovulatoir = veel tussencellen
  • Bij kinderen en postmenopauzaal = veel parabasale cellen