Behandeling van caudasyndroom | Kaudasyndrom - Heb ik een dwarslaesie?

Behandeling van cauda-syndroom

Het cauda-syndroom is een neurochirurgische noodsituatie die onmiddellijk met chirurgische therapie moet worden behandeld. Een conservatieve therapie mag niet worden geprobeerd als symptomen zoals verlamming aanwezig zijn. Het doel is om de compressie van dit gedeelte van het spinal cord zo snel mogelijk om onomkeerbare secundaire schade zoals incontinentie. Om dit doel te bereiken, zijn er tegenwoordig veel verschillende methoden beschikbaar, variërend van grote open chirurgie tot minimaal invasieve technieken. Welke chirurgische methode wordt gebruikt, hangt af van de onderliggende oorzaak, maar ook van het compressiepatroon en de ervaring van de chirurg.

Duur van een cauda-syndroom

Hoelang de symptomen van het kauwsyndroom aanhouden, hangt grotendeels af van het tijdstip waarop de therapie wordt gestart. Als het caudasyndroom wordt gediagnosticeerd, moet neurochirurgie binnen de komende 24-48 uur worden uitgevoerd. Elke verdere vertraging verhoogt het risico op onomkeerbare schade aan de wervelkolom zenuwen, die gepaard kan gaan met permanente verlamming, incontinentie en gevoeligheidsstoornissen. Slechts in zeer zeldzame gevallen kan de wervelkolom zenuwen herstellen van een langdurige beklemming.

Prognose voor een caudasyndroom

Doorslaggevend bij de prognose van het caudasyndroom is de tijd tussen het eerste optreden van de symptomen en een adequate therapie. Het basis compressiepatroon en de bijbehorende symptomen hebben echter ook een grote invloed op de prognose van de individuele patiënt. Uitwendige zwakte van de sluitspier of urologische symptomen zijn bijvoorbeeld geassocieerd met een slechtere prognose voor het herstellen van de volledige functie na een operatie.

Hoe wordt het cauda-syndroom gediagnosticeerd?

De diagnose caudasyndroom is een combinatie van goed klinisch-neurologisch onderzoek en verschillende beeldvormende maatregelen. Het klinische onderzoek begint meestal met verschillende functionele tests, die mogelijke verlamming van de been en bilspieren. Deze omvatten bijvoorbeeld de eenbenige standaard, de teenstandaard en het optillen van de been tegen een wind staan.

Vervolgens komt het testen van de verschillende reflexen, zoals de hamstringreflex. Dit wordt gevolgd door het testen van de gevoeligheid in de been Oppervlakte. Als de aanwezigheid van een caudasyndroom hier al wordt vermoed, wordt het klinisch onderzoek uitgebreid tot het perineale gebied, waar gevoeligheid, anale reflex en sluitspierkracht worden getest.

Als na dit onderzoek het vermoeden van een caudasyndroom wordt vermoed, wordt zo snel mogelijk een beeldvormingsprocedure, meestal een MRI, uitgevoerd om de vernauwing van de spinal cordIn de meeste gevallen kan dit worden gebruikt om de vermoedelijke diagnose te bevestigen. Een MRI van de lumbale wervelkolom is een onmisbaar onderdeel van de diagnose van een caudasyndroom. Met deze beeldvormende techniek kunnen zelfs kleine vernauwingen van de spinal cord kunnen worden weergegeven en hun omvang kan worden bepaald.

Bovendien is het vaak mogelijk om de exacte oorzaak van de compressie vast te stellen. Zo kunnen hernia, fracturen van de wervellichamen, tumoren of andere oorzaken van het caudasyndroom duidelijk van elkaar worden onderscheiden. De anale reflex beschrijft een samentrekking van de externe sluitspier, die wordt geactiveerd door de huid op de anus.

De anale reflex wordt dus als een vreemde reflex beschouwd, omdat het gevoelige en het uitvoerende orgaan verschillend zijn. De anale reflex wordt geactiveerd door het ruggenmergsegment S3-S5. Een gebrek aan deze reflex duidt dus op een ruggenmergprobleem, dat op S3 of hoger ligt. Omdat het cauda-syndroom per definitie de segmenten van het ruggenmerg treft die dieper zijn dan de vijfde lumbale wervelveroorzaakt dit ziektebeeld ook een uitval van de anale reflex.