Bètablokker | Hartritmestoornissen

Bètablokker

Bètablokkers zijn medicijnen die bepaalde receptoren, zogenaamde β-receptoren (bèta-receptoren) in het menselijk lichaam kunnen blokkeren en zo het effect van de stress voorkomen hormonen adrenaline/ noradrenaline op deze receptoren. Bij voorkeur worden ze gebruikt bij zogenaamde tachycardische hartritmestoornissen, als ritmestoornissen waarbij de hart- beats met te veel beats per minuut. In het menselijk organisme zijn er twee verschillende vormen van deze receptoren, één variant bevindt zich op de hart- (? 1) en de andere op de bloed schepen (? 2), dus er zijn verschillende soorten bètablokkers, afhankelijk van welke receptor moet worden geblokkeerd (selectief? 1 of? 2 of niet-selectief beide receptoren). Bij de therapie van hartritmestoornissen hebben bètablokkers de voorkeur die uitsluitend werken op de α1-receptoren van de hart- (bv metoprolol, bisoprolol) en verzwakken de hartslagactiviteit. Aangezien er ook enkele andere anti-aritmica beschikbaar zijn voor de behandeling van aritmieën, zijn deze onderverdeeld in 4 klassen, waarbij bètablokkers de 2e klasse vormen. In tegenstelling tot de meeste andere antiaritmica hebben bètablokkers een bewezen, levensverlengend effect, dus ze worden zeer gewaardeerd bij hartritmetherapie en worden gebruikt als het middel bij uitstek om de geleiding van excitatie in het hart te downreguleren en normaliseren.

Herken een hartritmestoornis

Naast de typische symptomen die kunnen veroorzaken hartritmestoornissen, een initiaal fysiek onderzoek kan al aanwijzingen geven voor een ritmestoornis: door de pols te palperen (bijv. op de pols​ kan ook heel eenvoudig door uzelf worden gedaan) of door naar het hart te luisteren met een stethoscoop door een arts, kunnen onregelmatigheden in de hartslag gemakkelijk worden opgespoord. In aanvulling op, bloed druk wordt vaak gemeten om de arts een algemeen beeld te geven van de voorwaarde van de cardiovasculair systeem​ Om de diagnose van een hartritmestoornissen en vooral om het exacte type aritmie te bepalen, een ECG (elektrocardiogram) wordt meestal geschreven.

In dit proces worden de elektrische stromen van het hart gemeten door elektroden en geregistreerd door een apparaat. Het ECG kan worden gemaakt onder rustcondities (ontspannen liggend) of onder stresscondities (while lopend of fietsen), al naargelang de ritmestoornissen alleen optreden bij lichamelijke inspanning of al in rust. Als de hartritmestoornissen niet aanhouden, a ECG op lange termijn (een draagbaar ECG-apparaat meet de hartstromen gedurende 24 uur) of een zogenaamde eventrecorder (draagbaar ECG-apparaat dat altijd door de patiënt wordt gebruikt om metingen uit te voeren als er symptomen optreden) kan helpen om de sporadische aritmieën te identificeren.