Autokinetisch effect: functie, taken, rol en ziekten

Het autokinetische effect komt overeen met een optische illusie. Wanneer een statische lichtstimulus wordt afgegeven in een verder monochromatisch donkere omgeving, missen mensen referentiepunten om de lokalisatie en beweging van de lichtvlek te beoordelen. Dit wekt de indruk dat de statische stimulus in de omgeving beweegt.

Wat is het autokinetische effect?

Menselijke visuele waarneming is niet vrij van fouten. Het autokinetische effect is een van deze fouten; het komt overeen met een optische illusie. Menselijke visuele waarneming is niet vrij van fouten. Optische illusieillustreer bijvoorbeeld hoe foutgevoelige perceptie is. Een daarvan staat bekend als het autokinetische effect. Door dit effect nemen mensen een vaste lichtbron of kortstondig gepresenteerde lichtpunten in een stilstaande positie in een verder volledig donkere omgeving waar als bewegende punten. Zowel de richting als de breedte van de waargenomen beweging kunnen aanzienlijk variëren. Het autokinetische effect is objectief gezien moeilijk te begrijpen. Wanneer het zich voordoet, is het op dat moment een puur subjectief illusieverschijnsel. Je kunt het bijvoorbeeld ervaren als je naar de sterrenhemel kijkt en er een van de sterren in fixeert. Het lijkt alsof het een beetje zou bewegen. Het autokinetische effect is gebaseerd op het feit dat de visuele waarneming van beweging altijd plaatsvindt ten opzichte van een specifiek referentiepunt, en dit referentiepunt is uiteindelijk afwezig in een donkere omgeving.

Functie en taak

Mensen kunnen beweging waarnemen. Hij is een van de ooggestuurde wezens. Vooral de visuele waarneming van bewegingen is voor hem vanuit evolutionair biologisch oogpunt essentieel geweest om te overleven in zijn omgeving. Bewegende stimuli werden eerder als gevaarlijk beoordeeld en trokken daarom meer aandacht. Bij het autokinetische effect faalt het onderscheid tussen bewegende en stationaire stimulusbronnen. Mensen nemen altijd bewegende en stationaire stimuli waar ten opzichte van een referentiepunt in het gezichtsveld. Dit referentiepunt kan bijvoorbeeld een duidelijk statisch gebouw zijn. Als de achtergrond echter uniform prikkelarm is, zijn er geen geschikte referentiepunten om onderscheid te maken tussen bewegend en stationair. Dus wanneer een lichtprikkel wordt uitgezonden in een dergelijke omgeving, kan de beweging ervan nauwelijks worden geschat. Alleen in een omgeving met referentiepunten is de positie van het lichtpunt zelf definitief verankerd. Tegen een prikkelarme en gelijkmatig donkere achtergrond ziet een stationaire lichtprikkel er daarom uit alsof hij beweegt, omdat zijn positie zonder referentiepunt niet als definitief vast kan worden gezien. Dit fenomeen komt overeen met het autokinetische effect. Bovendien suggereert speculatie dat onvrijwillige oogbewegingen in de zin van microsaccades ook bijdragen aan het fenomeen. Deze microsaccades verplaatsen het licht permanent naar nieuwe receptoren van het netvlies, aangezien volledig statische lichtstimuli de visuele waarneming ontwijken. Vooral tijdens 피로treden sterke microbewegingen van de ogen op, die soms een rol spelen bij het autokinetische effect. De microbewegingen van de ogen zijn echter niet één op één gelijk te stellen met de ervaren bewegingen van de lichtprikkels. Het autokinetische effect speelt een speciale rol voor piloten op nachtvluchten. Tijdens nachtvluchten moeten ze mogelijk individuele lichtpunten correct classificeren en lokaliseren in een monochromatische zwarte omgeving, zoals statische lichten op de grond of die van sterren. Vanwege het autokinetische effect kunnen ze de statische lichten in hun omgeving verwarren met de lichten van een ander vliegtuig. Dit bedreigt de veiligheid doordat ze de schijnbare ramkoers met het lichtpunt willen corrigeren.

Ziekte en ongemak

Het autokinetische effect heeft geen ziektewaarde. Het is een optische illusie die ontstaat op basis van natuurlijke waarnemingsprocessen. Of het autokinetische effect met dezelfde intensiteit optreedt bij mensen met verlamming van de oogspieren als bij gezonde mensen, blijft een onbeantwoorde vraag. Omdat de microbewegingen van de ogen lijken bij te dragen aan het effect, zouden mensen bij het uitvallen van deze microbewegingen grotendeels immuun zijn voor deze zintuiglijke illusie. Omdat de waargenomen beweging van de lichtpunten geen objectieve basis heeft, is het autokinetische effect geschikt voor de studie van psychologische meningsvorming. Dergelijke onderzoeken werden in 1935 uitgevoerd door Muzafer Sherif in groepsexperimenten. In zijn studie moesten de studiedeelnemers subjectief de beweging van lichten beoordelen en hun oordeel communiceren in de groepscontext. Op een bepaald moment vielen de percepties van de studiedeelnemers samen. Dit lijkt een opinievormende invloed van groepsopstellingen te bevestigen. Het onderzoek wordt vaak genoemd in verband met groepsdruk bij meningsvormingsprocessen.