Antroposofische geneeskunde

De antroposofische geneeskunde ziet zichzelf als een verlengstuk of aanvullen tot de huidige wetenschappelijke geneeskunde. Het werd opgericht door dr.Rudolf Steiner (grondlegger van de antroposofie; 1865-1925) in nauwe samenwerking met de Nederlandse arts dr.Ita Wegman (1876-1943), nadat antroposofie al vruchtbaar was geworden op andere gebieden (bijv. In het onderwijs bij de oprichting van de eerste Waldorfschool in Stuttgart). De antroposofische geneeskunde plaatst zichzelf nadrukkelijk niet in tegenstelling tot de wetenschappelijk gefundeerde geneeskunde, maar geeft standpunten die de puur wetenschappelijk georiënteerde geneeskunde aanvullen met een spiritueel-wetenschappelijk uitgebreide kijk op de mens. Belangrijke data in de ontwikkeling van antroposofische geneeskunde:

  • 1913 - Oprichting van de antroposofische samenleving.
  • 1920 - systematische presentatie van een geneesmiddel uitgebreid door antroposofie door Rudolf Steiner.
  • 1921 - Oprichting van het klinisch-therapeutische instituut in Arlesheim / Zwitserland door Ita Wegman.
  • 1923 - Oprichting van de algemene antroposofische samenleving.
  • 1925 - Publicatie van het boek geschreven door Rudolf Steiner en Ita Wegman "Fundamenteel voor een uitbreiding van de geneeskunst volgens spirituele wetenschappelijke kennis".
  • 1976 - Verankering van antroposofische geneeskunde in de Geneesmiddelenwet als een "speciale therapeutische richting".
  • Opening van de Lukasklinik / Arlesheim
  • Opening van het gemeenschapsziekenhuis Herdecke zonder winstoogmerk
  • Opening van het gemeenschapsziekenhuis Filderklinik zonder winstoogmerk
  • Opening van de antroposofische medische afdeling van het Hamburg Rissen Ziekenhuis.
  • Opening van het gemeenschapsziekenhuis Havelhöhe zonder winstoogmerk
  • Opening van verschillende spa- en revalidatiecentra op antroposofische medische basis (bijv. Kasteel Hamborn; Sonneneck-kliniek Baden-Weiler; Haus am Stalten, Zwarte Woud).
  • 1989 - Verankering en erkenning als medische richting in de Sociale Code V.

Antroposofie (Grieks: anthropos: mens; sophia: wijsheid) is een spiritueel wereldbeeld dat wordt geassocieerd met een spiritueel trainingspad. De antroposofische geneeskunde ziet zichzelf als een verlengstuk van de conventionele geneeskunde door naast het fysieke wezen van de mens ook de ziel en het spirituele wezen in aanmerking te nemen. De belangrijkste focus ligt op het concept van holistische behandeling van de mens als individu. Daarnaast beoogt de antroposofische geneeskunde het zelfgenezend vermogen van de mens te stimuleren. Het begrip van ziekte kan als volgt worden beschreven: een ziekte is niet alleen het gevolg van een storing op het fysieke niveau van het organisme, maar bestaat eerder uit een dynamische onbalans van het lichaam, die kan worden veroorzaakt door fysieke, mentale, spirituele, extern werkende energetische en biografische of karmische omstandigheden.

Indicaties (toepassingsgebieden)

De antroposofische geneeskunde ziet zichzelf als een holistisch medicijn dat kan worden gebruikt om een ​​breed scala aan ziektetoestanden te behandelen. Het wordt ofwel als zool gebruikt therapie of als aanvullende therapie, vooral bij de zogenaamde orthodoxe geneeskunde, bijv. voor allergische ziekten, chronische ziekten, elke vorm van ontstekingsziekten, huid ziekten, psychische en psychosomatische ziekten, tumor ziekten en nog veel meer. De volgende tekst geeft een overzicht van de principes en therapeutische mogelijkheden van de antroposofische geneeskunde.

De procedure - elementen van antroposofische geneeskunde

Het doel van de antroposofische geneeskunde is niet alleen om de symptomen van een ziekte te elimineren. Het ziekteproces als zodanig wordt gezien als een natuurlijk proces dat uit balans is geraakt of zich op de verkeerde plaats of op het verkeerde moment afspeelt. De disharmonie moet door de patiënt zelf worden opgelost en in de algemene dynamische processen van het organisme worden opgenomen. Antroposofische therapieën zijn bedoeld om dit mogelijk te maken. De basisvoorwaarde van een antroposofie therapie is de arts-patiëntrelatie, aangezien elke patiënt op een zeer individuele manier wordt behandeld. In de regel bestaat een therapie uit klassieke medicamenteuze behandeling en andere therapeutische maatregelen:

  • Biografisch werk - Dit therapie is gebouwd op het niveau van bewustzijn en is gebaseerd op een herwaardering van de eigen biografie van de patiënt. Het doel is om de persoonlijkheid te ondersteunen om het organisme te versterken.
  • Euritmietherapie - bewegingstherapie gebaseerd op soulvolle beweging van de patiënt naar muzikale ritmes of ritmes van spraak en fonetische vormen.
  • hydrotherapie - gedeeltelijke en volledige baden met toevoegingen (bijv. lavendel, voedende baden met melk, honing en citroen, modderbaden of zwavel baden en meer), oliedispersiebaden met etherische oliën, surfbad volgens Lieske en Schnabel, oververhittingsbaden.
  • Artistieke therapie - Onder begeleiding van ervaren therapeuten worden patiënten aangemoedigd om zelfstandig creatieve acties uit te voeren om hun zelfgenezend vermogen te activeren. Artistieke therapieën zijn onder meer: Logopedie, schildertherapie, beeldende kunst en muziektherapie.
  • Medicamenteuze therapie - Bij medicamenteuze therapie worden homeopathische preparaten gebruikt, evenals andere geneesmiddelen, maar allemaal van natuurlijke oorsprong. Waaronder mineralen, fytotherapeutica (tincturen, geperste sappen) en diergeneesmiddelen (bijvoorbeeld afkomstig van geslachte dieren).
  • Maretak therapie
  • Fysiotherapie - Dit omvat externe toepassingen zoals: Wraps en kompressen, regionale rubs, orgelwrijvingen (het doel is om een ​​specifiek orgaan te beïnvloeden) en zoutwrijvingen.
  • Ritmische massage