Levensduur van lymfocyten | Lymfocyten - Dit moet u zeker weten!

Levensduur van lymfocyten

De levensduur van lymfocyten kan sterk variëren door hun verschillende taken: lymfocyten die nooit in contact zijn gekomen met antigenen (lichaamsvreemde structuren) sterven al na enkele dagen af, terwijl geactiveerde lymfocyten, zoals plasmacellen, ongeveer 4 weken kunnen overleven. De langste overleving wordt bereikt door geheugen cellen, die meerdere jaren kunnen overleven en zo bijdragen aan het immunologische geheugen. Volgens recente bevindingen zijn er ook langlevende plasmacellen, die overeenkomstig produceren antilichamen ook nadat de infectie is afgenomen en zorg zo voor een stabiele antilichaamtiter (= verdunningsniveau). Een levenslange immuniteit wordt meestal alleen bereikt met levende vaccins, waarbij te verwachten is dat een uiterst klein, onschadelijk deel van het vaccin in het organisme achterblijft.

Wat is de lymfocyttransformatie-test?

De lymfocyt transformatie test (LTT) is een methode voor de detectie van speciale T-lymfocyten, die elk zijn gespecialiseerd voor een bepaald antigeen (vreemd lichaamsfragment). Het wordt voornamelijk gebruikt in de diagnostiek van immunofuncties, maar sinds kort ook in de allergologie voor het opsporen van allergieën voor bepaalde medicijnen of metalen, die zich pas vertraagd manifesteren. Momenteel wordt het vooral aanbevolen als aanvullen naar de epicutane test.

Deze test is een provocatietest om te controleren op contactallergieën. Bovendien is de betekenis ervan als een detectietest voor bepaalde pathogenen zoals Lyme is momenteel onderwerp van controversiële discussie. In de eerste stap van het lymfocyt transformatie testworden de lymfocyten van elkaar gescheiden bloed cellen door verschillende wasprocessen en centrifugatie (een procedure waarbij de bloedbestanddelen op basis van hun massa worden afgebroken).

De cellen laten vervolgens een paar dagen zelfstandig groeien onder optimale groeiomstandigheden samen met het testantigeen. Een controlemonster blijft zonder antigeen. Radioactief gemarkeerde thymine, een bestanddeel van DNA, wordt 16 uur voor de analyse toegevoegd.

Na deze tijd wordt de radioactiviteit van de lymfocytcultuur gemeten en wordt een zogenaamde stimulatie-index berekend. Dit geeft informatie over of en in hoeverre de T-lymfocyten gevoelig zijn voor het antigeen. De test maakt gebruik van het feit dat geactiveerde T-cellen, die in toenemende mate worden geproduceerd uit gesensibiliseerde T-geheugen cellen, worden getransformeerd of getransformeerd in reactie op het overeenkomstige antigeen. Als gevolg hiervan delen ze zich, waardoor ze DNA moeten opbouwen en daarom meer radioactieve thymine moeten opnemen.