Therapie volgens de fasen | Stadia van necrose van de heupkop

Therapie volgens de fasen

Afhankelijk van de stadiumindeling volgens ARCO beslist de behandelende orthopedisch chirurg voor welke therapie femurkopnecrose is aangewezen: Vroege stadia: In stadia 0 en 1, verlichting van het gewricht met krukken in combinatie met fysiotherapie en ontstekingsremmend pijnstillers zoals ibuprofen or diclofenac succesvol kan zijn. Geneesmiddelen met de werkzame stof iloprost hebben een vaatverwijdende en bloed bloedsomloop bevorderend effect en kan daarmee leiden tot een verbetering van het ziektebeeld. Daarnaast fysiotherapie methoden zoals schokken golftherapie of magnetische veldtherapie kan in de vroege stadia succesvol zijn.

Gevorderde stadia: in stadium 1 en 2 is kerndecompressie de standaardtherapie. Bij deze procedure wordt het dijbeen hoofd wordt geboord in een bewerking, waardoor de druk in de beenmerg. Dit kan de progressie van femurkopnecrose.

Het is ook mogelijk dat reparatiemechanismen en de vorming van nieuwe schepen worden op deze manier gestimuleerd. In moderne therapeutische benaderingen omvat het boorproces de injectie van endogene stamcellen in het bot, waar ze bedoeld zijn om de nieuwe botvorming te ondersteunen.

  • Vroege stadia: in fasen 0 en 1, verlichting van het gewricht met krukken in combinatie met fysiotherapie en ontstekingsremmend pijnstillers zoals ibuprofen or diclofenac succesvol kan zijn.

    Geneesmiddelen met de werkzame stof iloprost hebben een vaatverwijdende en bloed bloedsomloop bevorderend effect en kan daarmee leiden tot een verbetering van het ziektebeeld. Daarnaast fysiotherapie methoden zoals schokken golftherapie of magnetische veldtherapie kan in de vroege stadia succesvol zijn.

  • Gevorderde stadia: in stadium 1 en 2 is kerndecompressie de standaardtherapie. Bij deze procedure wordt het dijbeen hoofd wordt in één bewerking geboord, waardoor de druk in de beenmerg.

    Dit kan de progressie van femurkopnecrose. Het is ook mogelijk dat reparatiemechanismen en de vorming van nieuwe schepen worden op deze manier gestimuleerd. In moderne therapeutische benaderingen omvat het boorproces de injectie van endogene stamcellen in het bot, waar ze bedoeld zijn om de nieuwe botvorming te ondersteunen.

  • Late stadia: In de stadia 3 en 4 wordt vaak een zogenaamde herpositionerende osteotomie uitgevoerd, bij deze operatie een kunstmatige breuk wordt gemaakt op de nek van het dijbeen en het dijbeen hoofd wordt “verplaatst”, dwz uit de stresszone gedraaid.

    Hierdoor 'past' het beter in de heupkom en wordt het beschadigde bot ontlast. Deze methode werkt echter alleen als er nog voldoende gezond botweefsel is. Als aan de andere kant een te groot deel van de heupkop al is aangetast necrose, de enige oplossing is om het gewricht te vervangen door een kunstmatige heup gewricht (totale endoprothese, TEP).