Therapie | Heupdysplasie bij volwassenen

Therapie

Afhankelijk van de leeftijd en fysieke bevindingen zijn er verschillende opties voor chirurgische therapie beschikbaar. Al ongeveer 30 jaar wordt de drievoudige bekkenosteotomie volgens Tönnis beschouwd als een beproefde methode voor de behandeling van heupdysplasie bij volwassenen. De heupkom wordt operatief verwijderd uit de bekkenverbinding en in een normale luifelpositie gebracht.

Een andere mogelijkheid is de zogenaamde intertrochantere derotatie-varisatie-osteotomie van het femur. Bij kinderen is de Salter-osteotomie van het bekkenbot de voorkeursmethode. Veel patiënten krijgen in de vroege volwassenheid een kunstmatige heup, als de artrotische veranderingen te geavanceerd zijn.

Alle interventies op het heup gewricht zijn ingewikkeld. Vooral de operaties aan het bekkenbot zijn technisch niet eenvoudig en mogen daarom alleen worden uitgevoerd door gespecialiseerde en ervaren chirurgen. Fysiotherapeutische oefeningen met een combinatie van massage, stretching en stabilisatieoefeningen zijn een gerichte therapie om de symptomen van te verbeteren heupdysplasie en om gewrichtsslijtage en mogelijk noodzakelijke chirurgie te vertragen.

De massage dient om spierspanning los te laten. De losgemaakte spieren kunnen zo zorgen voor een betere stabiliteit en voortijdige gewrichtsslijtage voorkomen. Stretching de spieren zorgen ervoor dat spieren die door een verkeerde belasting of ontlastende houding zijn verkort, weer worden gestrekt.

Bovendien moeten oefeningen worden uitgevoerd die de heupspieren versterken. Deze worden ook gegeven door de fysiotherapeut. Patiënten moeten deze oefeningen regelmatig thuis uitvoeren.

Dergelijke oefeningen moeten dienen om de mobiliteit in de heup te behouden. De oefeningen die worden uitgevoerd in gevallen van heupdysplasie moet daarom altijd de bewegingen bevatten ontvoering (het verspreiden van been zijwaarts), extensie (het been naar achteren spreiden) en flexie (heupflexie). Indien mogelijk moet ook altijd een rotatieoefening worden meegenomen.

Vooral als pijn optreedt, moeten de oefeningen onmiddellijk worden gestopt.

  • Een mogelijke oefening is heupheffen of ook bekkenheffen. Hier ligt de patiënt op zijn rug en legt zijn benen omhoog zodat de knieën gebogen zijn, de armen naast het lichaam, nu wordt het bekken opgetild tot bovenlichaam en dijen een lijn vormen.

    Adem uit bij het optillen van het bekken. Vervolgens wordt het bekken weer neergelaten en ingeademd. Deze oefening wordt minimaal 10 keer herhaald en na een pauze moet er minimaal een tweede set volgen.

  • De straddle is bijzonder geschikt voor het trainen van de abductoren (spiergroep op de benen die de been aan de zijkant) en voor het promoten van de ontvoering beweging van de heup.

    De patiënt ligt weer op zijn rug. De armen worden weer naast het lichaam gelegd, de benen worden dit keer gestrekt. Nu de eerste been, bijvoorbeeld de linker, wordt zo ver mogelijk opzij uitgespreid en dan weer naar het midden teruggebracht.

    Vervolgens wordt het rechterbeen zo ver mogelijk uitgespreid. Deze oefening wordt aan elke kant ongeveer 10 keer uitgevoerd.

  • Om flexie te trainen, kan de patiënt nog een oefening in rugligging doen. In de uitgangspositie worden de benen gestrekt en worden de armen naast het lichaam gelegd.

    Nu wordt een van de benen gehoekt en naar de borst met behulp van de handen, alsof de dij zouden op de borst. Het andere been blijft gestrekt op de grond liggen. Dit stretching positie wordt een paar seconden vastgehouden.

    Vervolgens wordt het been weer neergelegd en wordt het andere been opgetild en gestrekt. Ook voor deze oefening worden minstens 10 herhalingen aan elke kant aanbevolen.

Als conservatieve maatregelen geen verbetering in de symptomen van heupdysplasie, of als heupdysplasie te laat of te uitgesproken is, het dijbeen hoofd kan door middel van een operatie weer in het acetabulum worden gebracht. In de meeste gevallen is het dijbeen hoofd wordt uit de heupkom verwijderd en vervolgens wordt de heupkom in een betere positie gebracht zodat de heupkop weer beter in de heupkom wordt gepositioneerd.

Als de heupdysplasie gepaard gaat met artrose, waar alle conservatieve maatregelen de symptomen niet konden verlichten, a heup gewricht vervanging door middel van een endoprothese is noodzakelijk. Of het volledige gewricht wordt vervangen door een kunstheup of slechts delen ervan, hangt af van de mate van gewrichtsvernietiging. Als het acetabulum bijvoorbeeld onbeschadigd is, zou het mogelijk zijn om het te behouden en alleen het hoofd van het dijbeen (duo-head prothese). Als beide delen - dat wil zeggen het acetabulum en de kop van het dijbeen - beschadigd zijn, is een compleet heup gewricht vervanging wordt uitgevoerd door middel van een prothese van de kop van het dijbeen en het acetabulum (totale heup-endoprothese).