Therapiedoel
Pijn verlichting en dus verbetering van de mobiliteit.
Therapie aanbevelingen
- Analgesie (pijn verlichting) volgens het ensceneringsschema van de WHO.
- Niet-opioïde analgeticum (paracetamol, eerstelijns agent).
- Opioïde analgeticum met een lage potentie (bijv. tramadol) + niet-opioïde analgeticum.
- Krachtige opioïde analgeticum (bijv. morfine) + niet-opioïde analgeticum.
- Indien nodig ontstekingsremmend drugs / geneesmiddelen die ontstekingsprocessen remmen (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen, NSAID's), bijv ibuprofen.
- Indien nodig glucocorticoïden; het effect van intra-articulaire ('in de gewrichtsholte') injectie is niet verzekerd, maar kan worden toegediend in geval van ontsteking die anders niet onder controle kan worden gehouden
- Zie ook onder “Verder therapie'.
pijnstillers
Analgetica zijn pijn relievers. Er zijn verschillende subgroepen, zoals de NSAID's (niet-steroïde anti-inflammatoire drugs) waarnaar ibuprofen en ASA (acetylsalicylzuur) behoren, of anders de groep rond de niet-zure analgetica paracetamol en metamizol Ze worden allemaal veel gebruikt. Veel preparaten in deze groepen brengen een risico op maagzweren met zich mee (maag zweren) bij langdurig gebruik.
glucocorticoïden
Fysiologisch - gevonden in het lichaam - glucocorticoïden Cortisol en cortisone worden geproduceerd in de bijnierschors. Daarnaast worden er farmaceutisch geproduceerd glucocorticoïden zoals prednison or prednisolon De volgende hoofdeffecten zijn voor iedereen vergelijkbaar glucocorticoïden.
- Verhoging van het metabolisme om energie te leveren.
- Immunosuppressie - onderdrukking van de afweer van het lichaam.
- Anti allergisch
- Antiflogistisch - ontstekingsremmend
- Antiproliferatief - groeiremmend
Glucocorticoïden hebben een slechte reputatie vanwege de vermeende vele en ernstige bijwerkingen. Deze bijwerkingen zoals osteoporose, trombose neiging (vorming van blupfröpfen in de aderen), gewichtstoename, hypertensie (hoge bloeddruk) en andere komen alleen voor bij langdurige behandeling.