Immunisatie-intervallen: immunisatiekalender

Let voor zwangere vrouwen op:

  • In principe moeten actieve vaccinaties tijdens zwangerschap.
  • Passieve immunisaties met immunoglobulinen na pathogeen contact kan worden uitgevoerd voor de volgende ziekten.
  • Vaccinaties die de vrouw eerder volledig had moeten ontvangen zwangerschap, zie onder Inleiding “Vaccinaties tijdens dracht en lactatie”.

De volgende vaccinaties kunnen zonder aarzelen tijdens de zwangerschap worden gegeven:

Vaccin Basisvaccinatie Na vaccinatie Booster
2-4 maand (M) 11 14-M 15 23-M 2-4 J 5-6 jaar (J) 5-6 J 9-14 5-16 J vanaf 18 jaar
Tetanus (T) G1, G2, G3 G4 N N A1 A2 A (N indien nodig) e
Difterie (T) G1, G2, G3 G4 N N A1 A2 A (N indien nodig) e
Kinkhoest * (T) G1, G2, G3 G4 N N A1 A2 A (N indien nodig) e
Poliomyelitis (T) G1, G2b, G3 G4 N N A1 N indien nodig
Griep (T) Zwangere vrouwen vanaf het 2e trimester (derde trimester); in het geval van bijkomende ziekten met een verhoogd gezondheidsrisico vanaf het eerste trimester

* Nieuw: Vaccinatie tegen pertussis voor zwangere vrouwen met een Tdap-combinatievaccin aan het begin van het derde trimester. Als de kans op vroeggeboorte groter is, moet de vaccinatie vervroegd worden naar het tweede trimester. Vaccinatie moet worden gegeven ongeacht het interval tussen eerder toegediende pertussis vaccins en in elk zwangerschap​ De volgende vaccinaties kunnen aan zwangere vrouwen worden gegeven na contact met pathogenen of voordat ze naar endemische gebieden reizen:

Vaccin Type Basis immunisatie Booster
Cholera T 2 keer binnen 6 weken Na 2 jaar
Hepatitis A T 2 x binnen een jaar (0-6/12 maanden) Niet verplicht
Hepatitis A + B T 3 keer binnen een jaar (0 - 1-6/12 maanden). Niet verplicht
Hepatitis B T 3 keer in 2 maanden (0-1 maanden) Na 1 jaar of op titer ↓
Rabiës (rabiës) T 3 keer binnen een maand (0-7-21 / 28 dagen) Elke 2-5 jaar of op titer ↓
Tyfus koorts T 1 x Na 5 jaar
Gele koorts L 1 x Na 10 jaar
Meningokokken T 1 x Na ongeveer 3 jaar
TBE T 3 keer binnen een jaar (0-1 maand - 1 jaar)
  • De eerste boostervaccinatie (voor personen> 16 tot ≤ 50 jaar) wordt drie jaar na de laatste vaccinatie gegeven
  • Alle verdere boostervaccinaties worden 5 jaar na de laatste vaccinatie uitgevoerd.
  • Voor mensen ouder dan 50 jaar worden de boostervaccinaties na elke 3 jaar uitgevoerd.
Difterie T G1-G4
  • De eerste boostervaccinatie wordt toegediend op de leeftijd van 5-6 jaar.
  • Een andere boostervaccinatie wordt aanbevolen voor de leeftijd van 9-17 jaar.
Pneumokokken T G1-G4
  • Boostervaccinatie kan worden gegeven na vijf jaar bij volwassenen en na drie jaar bij kinderen als de indicatie voortduurt.

Legende

  • T = dood vaccin
  • L = levend vaccin
  • A = boostervaccinatie
  • N = boostervaccinatie
  • G = basisimmunisatie
d Td-boostervaccinatie elke 10 jaar. De volgende Td-vaccinatie eenmaal als Tdap of, indien geïndiceerd, als Tdap-IPV-combinatievaccinatie.

Kortom, voor intervallen tussen verschillende vaccinaties:

  • Levende vaccins kunnen gelijktijdig worden toegediend; als ze niet gelijktijdig worden toegediend, moet een interval van vier weken in acht worden genomen voor levende virale vaccins; ze mogen echter niet aan zwangere vrouwen worden toegediend, behalve het vaccin tegen gele koorts
  • Bij dode vaccinaties mogen geen intervallen in acht worden genomen