Spasticiteit na een beroerte | Fysiotherapie voor spasticiteit

Spasticiteit na een beroerte

Als resultaat van een beroerte, veel patiënten ervaren verlamming of spasticiteit​ Vooral de extremiteiten, dwz armen en benen, worden getroffen door spasticiteit. Spasticiteit wordt veroorzaakt door een verhoogde spierspanning en leidt vaak tot langdurige verzwakking van de spieren.

Typische oorzaken van spasticiteit na a beroerte zijn voeten naar binnen gedraaid of een arm tegen de borst​ Er zijn verschillende mogelijkheden om spasticiteit te behandelen. Ten eerste wordt getracht de spierspanning te verminderen met behulp van spanningsverlichtende medicatie, zoals bijvoorbeeld benzodiazepines, memantine of, in geval van ernstige spasticiteit, botulinumtoxine.

Naast medicamenteuze behandeling wordt spasticiteit ook conservatief behandeld door middel van fysiotherapie. Naast oefeningen, massages, manuele therapie en gerichte fysiotherapie om bewegingssequenties te verbeteren, is het doel om andere delen van de hersenen om de taken van de beschadigde gebieden over te nemen. Met een goed op de patiënt afgestemd therapieplan en regelmatige training kunnen bij veel patiënten met spasticiteit na a beroerte​ Uitgebreide informatie over dit onderwerp is te vinden in deze artikelen:

  • Spasticiteit na een beroerte
  • Fysiotherapie voor een beroerte

Looptraining voor spasticiteit

De looptraining voor spasticiteit in de loop van multiple sclerose is belangrijk om de stoornissen onder controle te krijgen of in ieder geval zodanig te verbeteren dat de getroffenen zich probleemloos kunnen verplaatsen en minder beperkt zijn in hun dagelijks leven. Om dit doel te bereiken is het vooral een kwestie van de verloren spierkracht herstellen, oneffenheden compenseren en spanning in de spieren loslaten. Looptraining omvat dan specifieke oefeningen om de spieren te versterken en te verbeteren coördinatie en evenwicht​ Een loopanalyse en correctie op de loopband helpt getroffenen om een ​​beter gevoel voor hun lichaam te ontwikkelen, zodat onjuiste bewegingssequenties zelfstandig kunnen worden herkend en gecorrigeerd. Bovendien kunnen andere therapiemethoden, zoals manuele therapie, elektrostimulatie of warmte- en koudetoepassingen, helpen om nieuwe impulsen naar de zenuwen zodat de harmonieuze samenwerking tussen de verschillende spiergroepen wordt verbeterd en soepel kan verlopen.