Reactief vermogen

Definitie

De reactiekracht wordt gedefinieerd als de kracht die nodig is om de hoogst mogelijke krachtimpact te bereiken in de uitzetting / samentrekking cyclus. De stretching-kortingscyclus beschrijft de fase tussen excentrische (meegeven) en concentrische (overwinnende) werking van de spieren.

Structuur van de reactiekracht

Een goede reactiekracht vloeit voort uit de maximale kracht, het reactieve aanspanvermogen van de spieren en het snelle contractievermogen van de spieren.

Het reactieve spanningsvermogen

De reactieve spanning van de spieren is het gevolg van de passieve elasticiteitskrachten van spieren en pezen en de extra neuronale activering. Stretch-verkortingscyclus:

  • Korte rek - verkortingscyclus (<200 ms, gedeeltelijk ook <170 ms)
  • Lang uitrekken - verkorten van cyclus (> 200 ms)

Werving en frequentie

Rekrutering en frequentie hangen nauw samen met de reactiekracht: onder rekrutering wordt het vermogen verstaan ​​om zoveel mogelijk motorische eenheden bij een contractie te betrekken. Kortom: hoeveel spiervezels worden tijdens een contractie geïnnerveerd? Opmerking: motoreenheden hebben verschillende bekrachtigingsdrempels.

In eerste instantie worden langzame, zwakke uithoudingseenheden geactiveerd (slow-twitch):

  • Slow Twitch (ST) - vezels (laag glycogeengehalte, hoge mitochondriën, hoge vermoeidheidsweerstand) - ook wel rood type genoemd
  • Fast Twitch (FT) - vezels (hoog glycogeengehalte, gemakkelijk vermoeid), ook wel het witte type genoemd.
  • Fast Twitch oxidative (FTO) - vezels (snelle vezels met hoge weerstand tegen vermoeidheid, gemiddeld glycogeengehalte), ook wel intermediair type genoemd

Frequentie is het vermogen om de spieren op een duurzame en hoogfrequente manier te innerveren. Vanaf ca. 55 Hertz (Hz) aan, maximaal vermogen is mogelijk.

Hoe kan de reactiekracht worden gemeten?

Om de reactiekracht meetbaar te maken, is een gestandaardiseerde test vereist. Dit kan een Drop Jump, Countermovement Jump of Squat Jump zijn. De Countermovement Jump, een van de meest gebruikte tests, vereist dat de proefpersoon van een hoogte naar de grond springt en van daaruit een directe extensiesprong uitvoert.

Dit moet zo hoog mogelijk zijn. Naast de spronghoogte wordt ook rekening gehouden met de contacttijd, sprong en landing. Als de verschillende factoren in hun context worden geplaatst, kan het reactiekrachtvermogen worden gemeten.