Psychodynamische fantasierijke traumatherapie: behandeling, effecten en risico's

Psychodynamisch fantasierijk Traumatherapie (PITT), volgens de Duitse psychoanalyticus Luise Reddemann, is in de eerste plaats bedoeld om mensen met complexe trauma-gevolgen te behandelen. Het is gebaseerd op psychoanalytische concepten. Sinds 1985 is PITT naar voren gekomen als een procedure waarin therapeuten een begeleidende rol spelen, in de eerste plaats om het vermogen van de patiënt tot zelfacceptatie, zelfverzachting en zelfvertrouwen te ontwikkelen en te bevorderen.

Wat is psychodynamische, fantasierijke traumatherapie?

Psychodynamisch fantasierijk Traumatherapie (PITT) is een psychologische psychodynamica op korte termijn psychotherapie​ Het is een methode die tegenwoordig in Duitstalige landen veel wordt toegepast bij patiënten met complexe posttraumatische stoorpatronen bij intramurale behandelingen. PITT is ontstaan ​​uit praktijkgerelateerde behoeften en is beïnvloed door andere procedures. Psychotherapeutische procedures zouden zo trauma-aangepaste toepassingsmogelijkheden kunnen krijgen. De centrale zorg van PITT is in de eerste plaats het verbeteren van de zelfregulatie van de patiënt.

Functie, effect en doelen

Psychodynamisch fantasierijk Traumatherapie (PITT) is een vrij zachte therapiemethode die speciaal is ontworpen voor mensen die zwaar gewond zijn geraakt en dus getraumatiseerd zijn door fysiek of psychisch geweld. Trauma's blijven in de geheugen, waardoor patiënten lijden aan chronische traumatische aandoeningen spanning​ Omdat deze gepaard gaan met zeer sterke gevoelens, worden ze vaak afgesplitst (dissociatie). Op deze manier wordt verondersteld dat iemands ego wordt beschermd tegen te veel negatieve gevoelens. Het trauma wordt echter niet opgelost in het proces. PITT kan het eigen gevoel van veiligheid en psychologische stabiliteit verbeteren. Patiënten moeten in staat worden gesteld om voorkomende affecten beter te beheersen en te integreren in plaats van verdere splitsingen te veroorzaken. Zo kan verdere hertraumatisering worden vermeden. Een groot deel van de patiënten met persoonlijkheidsstoornissen heeft te maken met relationeel trauma. Dit betekent meer dan een traumatische gebeurtenis. Het is eerder een verstoorde relatie met centrale significante personen in de omgeving van de patiënt gedurende een lange periode. Relatiepatronen uit vroegere tijden worden opnieuw beleefd in huidige relaties. Vooral traumatiserende hechtingservaringen ontwikkelen vaak verstoorde zelfregulerende mechanismen. Er ontstaan ​​afweermechanismen tegen bepaalde gevoelens, die op hun beurt de perceptie van de omgeving en zelfperceptie beïnvloeden. Eigen verlangens en verlangens worden onderdrukt. Tegenwoordig wordt aangenomen dat zelfs onveilige of ongeorganiseerde hechtingsstijlen later kunnen worden ontwikkeld tot een veilige hechting. Dit vereist een vertrouwensvolle en versterkende therapeutische relatie, evenals de bevordering van het zelfregulerende vermogen van de patiënt. De therapeut begeleidt dit proces en neemt de rol van assistent-regisseur op zich. Patiënten moeten actief meewerken aan het herontdekken van hun verborgen krachten. In PITT moeten de egoversterkende benaderingen voorafgaan aan het daadwerkelijke droomwerk. Het afsplitsen van bepaalde gevoelens van de getraumatiseerde patiënt wordt als stabiliserende factor gebruikt. De patiënt moet door middel van verbeeldingskracht, dat wil zeggen de kracht van de verbeeldingskracht, worden geleerd dat het afgesplitste gevoel nuttig en nuttig is en dat hij er weer mee in contact moet komen. De afgesplitste delen worden in de therapie, ook wel de kinderlijke of gewonde delen van de patiënt genoemd. Deze onderdelen vragen, net als bij een echt kind, veiligheid, bescherming, aandacht en ondersteuning. Alleen op deze manier kunnen ze zich ontwikkelen tot gezonde delen en is het mogelijk om bewust afstand van hen te nemen in fantasierijke oefeningen. Verbeelding is geschikt om geest en gevoel te verbinden en ook om het lichaam in het therapeutische werk te beschouwen zonder het aan te raken. De nadruk wordt gelegd op bewust besef en herkenning van lichamelijke behoeften. Dit helpt de patiënt om meer helende gevoelens en ideeën op te doen. Deze fase van therapie wordt ook wel de stabilisatiefase of egoversterkende fase genoemd. Pas daarna volgt de fase van daadwerkelijke confrontatie met het trauma, waarin het verwerkt wordt. De patiënt dient op veilige afstand te handelen. Daartoe stelt hij zich bijvoorbeeld voor dat hij de gebeurtenissen vanuit de lucht of als bioscoopbezoeker op een scherm bekijkt. Op deze manier is het mogelijk om het trauma onder ogen te zien zonder de stressvolle gevoelens opnieuw op te wekken. Ten slotte gaat de derde fase van integratie over het onder ogen zien van de spanning- gevoelens opwekken zoals schaamte of schuldgevoel, zichzelf daarbij vergeven en er vrede mee sluiten. Opnieuw worden verbeeldingskracht, afbeeldingen en rituelen gebruikt. Later wordt van de patiënt verwacht dat hij de aangeleerde oefeningen zelfstandig toepast en idealiter ook leiden naar een vervulde deelname aan het leven weer. De methoden van psychodynamisch fantasierijk trauma Therapie worden gebruikt in de psychotraumatologie voor posttraumatische aandoeningen spanning stoornis, complexe posttraumatische stressstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis en kan worden gecombineerd met verschillende andere therapievormen. PITT is speciaal ontwikkeld voor korte behandelduren, zoals poliklinische zorg in het ziekenhuis. Kinder- en adolescenttherapeut Andreas Krüger paste PITT aan voor de behandeling van getraumatiseerde kinderen en adolescenten (PITT-KID).

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Tot op heden is er weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van psychodynamische fantasierijke traumatherapie. Bewijs van de effectiviteit van PITT werd gevonden in één onderzoek. De behandelde groep patiënten vertoonde een significant hogere veerkracht dan een groep patiënten die psychotherapeutische en psychiatrische behandeling kregen. Vooral bij chronisch getraumatiseerde patiënten werd een hogere werkzaamheid aangetoond. Bij gebrek aan studies is de effectiviteit van PITT en de specifieke genezingsindicatie ervan bij de behandeling van ernstig getraumatiseerde patiënten tot dusverre niet gebaseerd op empirisch bewijs. Toch heeft deze therapeutische methode zich in de praktijk bewezen. De bijzondere kenmerken van PITT zijn de versterking van de middelen, de hoge waarde van de therapeutische relatie en de individuele behandelplanning en implementatie. Er zijn geen aanwijzingen voor risico's, bijwerkingen of gevaren.