Profylaxe | Vingerbreuk

Profylaxe

A vinger breuk gebeurt meestal als gevolg van een ongeval. Risicofactoren zijn het beoefenen van contactsporten zoals hockey, voetbal of handbal, maar ook bepaalde beroepsgroepen vallen onder het risicoprofiel voor het verwerven van een vinger breuk. Mensen in deze risicogroepen moeten daarom bijzondere aandacht besteden aan hun vingers en het risico op a. Niet onderschatten vinger breuk.

Prognose

De prognose na een vingerbreuk hangt af van veel verschillende factoren. Tijdige diagnose en vroege start van de therapie spelen een belangrijke rol bij het beoordelen van de prognose. Na een langere periode zonder therapie is het te verwachten dat beschadigingen na een vingerbreuk op lange termijn aanhouden.

Dit is ook het geval als immobilisatie na een operatie te lang duurt. Daarom moeten functiebehoudende oefeningen zo vroeg mogelijk na de operatie worden gestart. Patiënten met ongecompliceerde stabiele fracturen kunnen de vinger na één tot drie weken weer gaan bewegen om verstijving van de vinger te voorkomen.

Na ongeveer vier weken, de oude mobiliteit en vrijheid van pijn moet worden gegarandeerd, maar voorzichtigheid is nog steeds geboden tijdens sportactiviteiten. In het geval van meer gecompliceerde, ontwrichte fracturen, kan het maanden duren voordat de botten om weer volledig samen te groeien, meestal 6 tot 12 weken. De duur van de therapie wordt bepaald door zichtbare genezing op de röntgenstraal en het herwinnen van volledige en pijn-vrije mobiliteit van de vinger.