Mogelijke oorzaken | Spiertrekkingen over het hele lichaam

Mogelijke oorzaken

Epilepsie is geen enkele ziekte maar een verzamelnaam voor verschillende epilepsiesyndromen, die zich ook op verschillende manieren kunnen manifesteren. Het enige dat allemaal is epilepsie syndromen hebben gemeen dat ze worden veroorzaakt door toegenomen hersenen activiteit en volg altijd hetzelfde aanvalspatroon. Dit patroon is echter voor elk syndroom anders.

De meest indrukwekkende en dus meest bekende aanvallen zijn zeker de zogenaamde aanvallen, die gepaard gaan met myoclonieën over het hele lichaam, men spreekt van grand mal-aanvallen. Er zijn echter ook totaal verschillende soorten aanvallen, sommige patiënten hebben een kortdurende verlamming, geautomatiseerde hand of mond bewegingen of zelfs een tintelend gevoel.Spiertrekkingen kan daarom een ​​symptoom zijn van epilepsie, maar het is een zeer complexe ziekte en alleen een ervaren neuroloog kan de diagnose stellen. Een typische trigger voor spiertrekkingen is stress, meestal de ooglid begint te trillen, maar in principe kan elke spier in het lichaam worden aangetast.

De spiertrekkingen is dan absoluut onschadelijk en verdwijnt na een paar dagen weer, maar wordt meestal als storend ervaren. Psychosomatische symptomen zijn symptomen waarvoor, ondanks voldoende diagnostiek, geen oorzaak kan worden gevonden die deze volledig kan verklaren. In principe kan bijna elk symptoom ook psychosomatisch worden veroorzaakt, typische voorbeelden zijn dat wel pijntintelingen, gevoelloosheid of zelfs spiertrekkingen.

Allereerst moeten puur lichamelijke oorzaken worden uitgesloten, pas dan kan de diagnose 'psychosomatisch' worden gesteld. Het is belangrijk dat de symptomen niet afgedaan worden als "denkbeeldig", aangezien ze een grote belasting voor de patiënt kunnen zijn. Psychosomatische symptomen moeten daarom ook serieus worden genomen en psychotherapeutische behandeling moet worden gegeven als de patiënt veel lijdt.

Diagnose

De eerste en belangrijkste stap, zoals bij elk symptoom, is een gedetailleerde anamnese, dwz een gesprek met de arts. Hieruit kan al de meeste informatie worden verzameld. Een goede beschrijving van de symptomen helpt om te beslissen welke onderzoeken en therapieën geschikt zijn.

Vervolgens dient een lichamelijk neurologisch onderzoek te worden uitgevoerd om verdere symptomen en klachten vast te stellen. Afhankelijk van de patiënt worden dan vooral verdere onderzoeken uitgevoerd elektromyografie (EMG) in het geval van spiertrekkingen. Hierbij worden dunne naalden in de aangetaste spier gestoken, waarmee de elektrische activiteit van de spier kan worden gemeten.

De neuroloog kan deze metingen vervolgens gebruiken om conclusies te trekken over de ziekte of natuurlijk om een ​​gezonde spier te identificeren. Als het waarschijnlijker is dat de zenuw die de spier voedt, beschadigd is, moet een elektroneurografie (ENG) worden uitgevoerd. Hierbij worden korte, ongevaarlijke stroompulsen naar de zenuwen, die er vervolgens voor zorgen dat de spier samentrekt en informatie geeft over de voorwaarde van de zenuwen.

Soms is een MRI-onderzoek ook nodig om ernstige ziekten uit te sluiten of te diagnosticeren. In het geval van een herniamoet natuurlijk een MRI van het overeenkomstige deel van de wervelkolom worden uitgevoerd. Als de spiertrekkingen acuut zijn en met ernstige bijbehorende symptomen, kan een computertomografie ook nodig zijn.