Medicamenteuze therapie van ADS | De medicamenteuze therapie van ADS

Medicamenteuze therapie van ADS

Dat medicamenteuze therapie zo controversieel is, komt onder meer door het feit dat de diagnose van ADHD is vaak niet zonder twijfel gemaakt. Kinderen met aandachtstekortstoornis hebben een onbalans van de boodschappersubstanties en reageren daarom meestal, helaas niet 100%, op medicamenteuze behandeling. Elk medicijn heeft zijn eigen individuele bijwerkingen (bijv verlies van eetlust, hoofdpijn, pijn in de buik, slaapstoornissen, Depressieverhoogde bereidheid om te vechten) en ook interacties die meestal weer verdwijnen nadat de medicatie is gestopt.

Vaak hoeft de medicatie als zodanig niet te worden gestopt, maar alleen gewijzigd en bijgesteld. In dit verband moeten eerst andere vormen van therapie worden overwogen en uitgevoerd. Elk geval van ADHD moet worden beoordeeld op de ernst van de symptomen.

Met name als de schoolprestaties achteruitgaan en het probleem zich uitbreidt, moet een kind worden geholpen. Als de andere therapievormen dit niet voldoende doen, kan de behandelende arts met u overleggen en beslissen wanneer en ook hoelang medicamenteuze behandeling aan te raden is. Het volgende is belangrijk om te weten: Medicamenteuze therapie 'geneest' niet ADHD, het verlicht alleen de symptomen zolang de medicatie wordt ingenomen.

Wij zijn van mening dat ADHD nooit uitsluitend met medicatie mag worden behandeld, maar dat daarnaast andere - individueel aangepaste - therapievormen moeten worden toegepast. Thuisondersteuning wordt als zeer belangrijk en noodzakelijk beschouwd. In het algemeen geldt dat een medicamenteuze behandeling pas vanaf 6 jaar mag worden gegeven.

Dit is ook terug te vinden in de omschrijvingen van de medicatie. Zie onderstaande lijst. ADS-kinderen moeten hun individuele dosis vinden en het juiste tijdstip voor inname testen.

Afhankelijk van de medicatie zal het effect onmiddellijk optreden en vervolgens in één keer afnemen, terwijl anderen het actieve ingrediënt geleidelijk afgeven en daarom het effect slechts langzaam afnemen. In veel geesten wordt gewaarschuwd tegen afhankelijkheid van de stimulerende middelen in kwestie. Recent onderzoek en studies tonen aan dat medicatie in individueel benodigde doses meestal niet tot afhankelijkheid leidt, maar er zijn geen langlopende studies die dit duidelijk bewijzen of intrekken.

Wel wordt gewaarschuwd als er een verhoogd risico op verslaving in gezinnen bestaat. Mocht de verantwoordelijke arts u hierover vragen, voel u dan niet persoonlijk beledigd en antwoord eerlijk. Het doel is om letsel bij uw kind weg te houden en uw kind zoveel mogelijk te helpen.

Op dit punt kan worden gezegd dat het risico van afhankelijkheid van geval tot geval verschilt, dus het moet afzonderlijk worden gecontroleerd. Algemene uitspraken kunnen hier niet worden gedaan. Zoals hierboven al vermeld, heeft medicamenteuze therapie alleen een positief effect op het gedrag van het kind zolang het medicijn wordt ingenomen.

Dit betekent echter niet dat een kind met ADHD de rest van zijn of haar leven medicijnen moet slikken. Vaak zorgt mutlimodale therapie in combinatie met medicamenteuze therapie gedurende een bepaalde periode ervoor dat de bijbehorende symptomen zo goed kunnen worden behandeld dat negatief gedrag niet meer of slechts in zeer geringe mate optreedt. Door het kind op deze manier te versterken, kan de medicamenteuze therapie dan geleidelijk worden afgeschaft. Dit verschilt van kind tot kind.